Zomernacht
Als ik u zie, naakt en bewogen,
tegen het vlieswit van de nacht,
in de begeerte der gesloten ogen,
word ik verdriet, zonder geslacht.
Het zweet der maan breekt uit,
de duisternis zwelt in mijn keel,
roofdier in mijn mond, en buit,
- de buit ligt verder dan uw greep.
Lucht zonder bedding, zonder oever,
vlakte zonder wind,
mijn wereld kantelt trager, droever,
lief, ik word uw kind
Adriaan Magerman, uit: Asthenisch (1962)
Reacties