Doorgaan naar hoofdcontent

De voorbije week: gelezen en gehoord (29).


* "De eerste die vanuit een interessante zijstraat naar sport keek was Yvan Sonck. Hij was jong, grappig en had een heel droge humor die ons altijd plat kreeg. Toen ik in 1974 begon werd voetbal nog in zwart-wit uitgezonden en zei de presentator altijd welke ploeg er in 'donkere uitrusting' speelde. Sonck liet zich op een keer ontvallen dat 'beide ploegen in korte broek spelen'."

(De Morgen, 30/03/2013, aardig interviewgesprek met Carl Huybrechts waarin de Antwerpse Gouden Krullen het onder meer heeft over sportverslaggeving, fatsoen en vroeger. Al zijn die laatste twee volgens ondervraagde krek inwisselbaar.)


* "Er is het vermoeden dat er een manier zou zijn om tot de wereld door te dringen. Maar ik weet niet hoe. Dat zit in meer gedichten. Ik ben altijd op zoek naar die heelheid. En twijfel of het wel zinvol is. Het schrijven is een manier om de heelheid af te dwingen, maar ook om te laten zien dat er niet zoiets bestaat. Er kan wel iets ontstaan tussen dat proberen en het mislukken. Dan werkt het, in een gedicht."

(Poëziekrant, maart 2013, een mooi, gelijklopend gebit en een fijne Berlijnse studeerkamer doen de meer dan voortreffelijke dichteres Maria Barnas naar de handicap van het gedicht snakken. Bovenaan dit blogbericht het titelgedicht uit Barnas' laatste.)


* "Denk je dat drugverslaafden bewust ongelukkig willen zijn? Die streven ook naar het geluk, alleen zoeken ze het in de verkeerde middelen."

(Knack, 27/03/2013, visionaire geluksgoeroe Leo Bormans spuugt vier pagina's lang bovenaardse, onzalige geluksdingen uit.)    


* "Stel, je hebt een aardige labrador, die onder buitengewone omstandigheden een andere hond heeft gebeten. Zou je hem dan in een kuil vol valse honden gooien om te zien of hij ook vals is? En zo ja, is het dan redelijk om normaal gedrag van hem te verwachten?"

(Remco de Heer, ook wel JR Deo uit Richard de Nooy's geweld(dadig)ige roman Zendingsdrang, tijdens een van de vele knettergekke onderonsjes met psycholoog Eugène Hauptfleisch, samen op zoek naar Deo's mate van toerekeningsvatbaarheid.)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...