Jazz Age-generatie predikt decadentisme: "Als we ons verveelden veroverden we de stad met een Huysmansachtige perversiteit."
"In 1920 choqueerde ik een opkomende jonge zakenman door een cocktail voor de lunch voor te stellen. In 1929 was er drank in de helft van de kantoren van de binnenstad, en een kroeg in de helft van alle grote gebouwen." In het verrukkelijke essay 'Mijn verdwenen stad' (1932) typeert de Amerikaanse schrijver Francis Scott Fitzgerald (1896-1940) in amper twee kernachtige zinnen de uitbundige sfeer van de New Yorkse 'roaring twenties', de zogeheten Jazz Age. Als uitmuntende chroniqueur vergeleek hij deze periode vaak met de nerveuze spanning die toen in de grote steden achter de oorlogslinies kon worden opgemeten. In dit woelige decennium, dat met de desastreuze beurscrash van 1929 prompt in duigen viel, van de zich in de nadagen van de Eerste Wereldoorlog achter een schijnbaar materieel en ethisch zorgeloos leven wegstoppende Jazz Age-generatie schreef Fitzgerald dan ook zijn grootste romansuccessen. Debuteren deed hij met 'This Side of Paradise' (...