Over niet ingeslagen paden en mislukte kansen in de nadagen van de Eerste Wereldoorlog: Brits historicus Adam Tooze nuanceert...
Vorig jaar nog verdedigde historicus Christopher Clark in zijn Slaapwandelaars: hoe Europa in 1914 ten oorlog trok op sprankelende wijze de gangbare revisionistische idee dat de moord op de Oostenrijkse aartshertog Franz Ferdinand in de zomer van 1914 aan de basis lag van een louter accidentele oorlog waarin een hele generatie jongemannen zomaar het leven liet. Dat Duitsland zonder twijfel schuldig was aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en dat Groot-Brittannië in moreel en politiek opzicht gelijk had door zich in dit conflict te mengen, was dan weer de teneur die de gerenommeerde Britse geschiedkundige Max Hastings met zijn 1914: het trauma van Europa eerder dit jaar achterliet. Wat bij beide titels opvalt, is dat ze zich in hoofdzaak concentreren op de vraag wie verantwoordelijk was voor het uitbreken van een militaire krachtmeting die honderd jaar geleden miljoenen doden eiste. Door hun grote Doos van Pandora-gehalte zwemen deze boeken, los van hun individuele kwaliteite...