Een halt houdend circus, een verstrooide dierenoppasser en een openstaand berenkooideurtje. Deze eenvoudige setting betekent voor de bruine circusbeer Teddy het begin van een spannende dwaaltocht door de uitgestrekte wouden in het noorden van Rusland. Onderweg zorgen een pijnlijke confrontatie met een stel houthakkers, een bijna-gevecht met een andere, veel grotere bruine beer en een spannende wedren met een kudde elanden voor de gestage transformatie van het brave circusdier Teddy tot de heuse woudbewoner die het uiteindelijk prima winterslapen vindt in zijn eigen, zorgvuldig afgebakend territorium.
Samen met het verhaal 'Teddy' (1956) is ook 'Arktoer, de jachthond' (1957) in deze bijzonder sappig en kleurrijk geschreven verhalenbundel van de Russische schrijver Joeri Kazakov (1927-1982) opgenomen. Beide natuurverhalen ontstonden tijdens een van Kazakovs tochten door Noord-Rusland, in het spoor van zijn schrijvende voorbeeld Michaïl Prisjvin (1873-1954), dé zanger van de Russische natuur. Twee jaar geleden vertaalde Monse Weijers, in opdracht van uitgeverij 'De Wilde Tomaat', deze buitengewone dierenverhalen opnieuw in het Nederlands. Ook voor Weijers blijft het één groot mysterie hoe een typische stadsbewoner als de in Moskou geboren Kazakov, een gepassioneerd jager dat wel, in staat is geweest zo'n grote liefde voor beren op te brengen dat zelfs een natuurverhaal als dat van 'Teddy', geschreven vanuit het standpunt van een bruine beer, erin slaagt de lezer met sprekend gemak op sleeptouw te nemen. De muzikaliteit in het ritme van de zinnen en de zorgvuldige compositie van de verhalen zouden dan weer te wijten zijn aan Kazakovs academische scholing tot cellist. Al deden ook de alpinist, de jager, de visser en de wandelaar in het ontegensprekelijke schrijftalent van Joeri Kazakov hun deel van het werk. In ieder geval klinkt het tragische lot van een uit zijn circuskooi ontsnapte bruine beer bij deze Russische tovenaar als volgt: "Als Teddy niet in een dierentuin en daarna in een circus was opgegroeid, tussen de mensen, als hij was ingewijd in het leven door een berin die meedogenloos was voor alles en iedereen, maar oneindig goed voor hem, haar kleine welp, dan was hij nu een machtig dier geweest en had hij alles geweten wat een wild dier kan en moet weten. Maar Teddy was ingewijd in het leven door de man in de witte pantalon en zijn ontembare temperament was al in zijn kinderjaren de kop ingedrukt. Hij had veel dingen geleerd die voor een woudbewoner onkenbaar en beangstigend zijn. Zolang hij in de stad bleef, was hij ongetwijfeld meer ervaren en wijzer dan wie dan ook van zijn soortgenoten, maar wat was al zijn kennis waard in de wereld waarin hij nu terecht was gekomen? In het woud veranderde hij opnieuw in het hulpeloze, zielige jong, dat niets wist en voor alles bang was. Het enige verschil was dat hij nu geen nietige welp was, maar een grote beer met gele hoektanden en een door het leven in de kooi afgesleten achterste, en dat hij geen goedige en slimme moeder had om hem te beschermen en wegwijs te maken."
Teddy : de geschiedenis van een wilde beer / Joeri Kazakov. – Amsterdam : De Wilde Tomaat, 2018. – 107 p.
Reacties