Doorgaan naar hoofdcontent

Naar de haaien: veelschrijver Kästner verovert met de Berlijnse avonturen van Jakob Fabian van meet af aan alle lezersharten!

In september 1930 begon de ambitieuze veelschrijver Erich Kästner aan zijn voor de Duitse censuur aangepaste en daardoor vooraf uitvoerig geredigeerde ‘hoofdwerk’, de intellectuele satire ‘Fabian. Die Geschichte eines Moralisten’. Na tien maanden al konden twee proeflezers met Kästners eerste manuscript aan de slag om uiteindelijk op 15 oktober 1931, na twee doorlopen en diverse correcties, de boekhandel in te sukkelen. Zo bleef de sluwe Erich Kästner alvast vrienden Hermann Kesten en Ernst Glaeser, die toen met een gelijkaardig romanidee van een ronddolende, werkloze academicus in Berlijn aan de slag waren gegaan, voor.

In Kästners ‘Fabian’, geschreven in een indringende, navrante toon, slentert de jonge begaafde Jakob Fabian doelloos rond in het zedelijk verwilderde Berlijn van na de Eerste Wereldoorlog. Op geen enkele pagina staan de decadente spot en de koele observaties de oprechte verontrusting en de teleurgestelde mensenliefde van hoofdpersoon Fabian in de weg. Kästner verovert met de Berlijnse wedervaardigheden van zijn ultieme loner dan ook meteen alle lezersharten. In maart 1932 stond Fabians teller al op vijfentwintigduizend exemplaren en waren verschillende buitenlandse vertalingen hangende. Literaire duizendpoot Erich Kästner schreef zijn ‘Fabian’ in relatieve afzondering, zo meldt ons Sven Hanuschek, schrijver van de fel bewogen ontstaansgeschiedenis van deze roman, achteraan de Nederlandse vertaling ‘Naar de haaien’ (Lebowski Publishers, 2014), Kästners oerversie van ‘Fabian’. Enkel voor een tiendaags uitje naar zijn kinderboek ‘Pünktchen und Anton’, dat op vraag van zijn uitgeefster voor kerstmis 1931 in de winkelrekken diende te liggen, maakte de immer bezige Kästner graag een uitzondering.
In een aandoenlijke brief aan zijn moeder, die ook deze keer een in leer gebonden vooruitleesexemplaar van haar beroemde schrijverszoon in de bus kreeg, maakt de lezer kennis met de befaamde Kästneriaanse afzondering. Bij monde van de geïsoleerde schrijver zelf, tevens een aardig inkijkje in de gemiddelde werkdag van een van de succesvolste Duitse schrijvers van het interbellum: “De een wil een toneelstuk met me schrijven, de ander een film, een derde zes films, een vierde een moderne opera. Een vijfde wil teksten om voor te dragen, een zesde wil weten of ik hem van advies kan dienen bij het zoeken naar een vrouw die hij één keer eerder heeft gezien en van wie hij alleen weet hoe ze eruitziet. Een zevende wil weten of ze er goed aan gedaan heeft door communistisch te stemmen. En als achtste ga ik op de koffie bij Hans-Alexander Löhr (8 jaar) en zijn zusje Ruth (9 jaar) – hij heeft mij vanwege ‘Emil’ meermaals geschreven, moet je weten.”


Naar de haaien / Erich Kästner. - Amsterdam : Lebowski Publishers, 2014. - 256 p. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...