Doorgaan naar hoofdcontent

Het zout der aarde: Józef Wittlins Unvollendete eindelijk (terug) in het Nederlands!

“Gedurende enkele minuten liet de monarch zijn koele blik langs de zwarte, starre rijen letters dwalen. Hij onderwierp ieder woord, iedere komma aan een strenge inspectie. Maar na het lezen van de eerste zinnen werden zijn oogleden rood, in zijn ogen begon iets te branden. De bril besloeg. De laatste tijd vermoeide het lezen de oude man zeer, vooral bij kunstlicht. Dus wendde hij zijn blik af van het vel papier en toen hij het ongeduld van de kroonraad zag, bracht hij de pen naar de geopende zwarte bek van de inktpot. De hand keerde terug met de pen die was ondergedompeld in de giftige vloeistof en bevend daalde hij neer op het papier, als een vliegtuig dat een noodlanding maakt. Al gauw kwam de linkerhand de rechter te hulp om het papier vast te houden. De keizer zette de handtekening waarop de ministers zo lang hadden gewacht. Na het schrijven van het woord ‘Franz’ was de pen al uitgeput, de inkt was op. Voor de tweede keer reikte de keizer naar de inktpot en met bevende pen schramde hij lichtjes de duim van zijn linkerhand. Uit de duim vloeide een kleine druppel bloed. Het was rood. Niemand merkte iets van het schrammetje, de keizer veegde zijn duim snel af en met een krachtige streek schreef hij er ‘Joseph’ achter. De inkt was blauw.”

In 1925 zet de Poolse jood, vertaler, schrijver, dramaturg en theaterrecensent Józef Wittlin (1896-1976) zich aan zijn romantrilogie 'De geschiedenis van de geduldige infanterist'. Tien jaar later, in 1935, verschijnt verkoopsucces 'Het zout der aarde', het eerste van zijn drie boeken, in het Pools. Een jaar later is het de beurt aan de Amsterdamse Exil-uitgeverij ‘Allert de Lange’ die met 'Das Salz der Erde', Izydor Bermans Duitse vertaling van Wittlins pacifistische boek over de belevenissen van de Poolse baanwachter Piotr Niewiadomski, niet onmiddellijk potten breekt. Gebaseerd op zijn eigen ervaringen als infanterist, en in een redactie van Joseph Roth en Hermann Kesten, draait Józef Wittlin zijn aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog gestationeerde personages met veel gevoel voor humor psychologisch binnenstebuiten. Een eerste Nederlandse vertaling is voorzien voor 1937, opnieuw bij ‘Allert de Lange’ en ‘Wereldbibliotheek’, opnieuw weinig succesvol. Darminfecties, artritis, depressies en een vanwege de Tweede Wereldoorlog plotse noodgedwongen vlucht uit Europa, waarbij Wittlins notities en manuscripten letterlijk in het water vallen en verloren gaan, zorgen dat 'De gezonde dood' en 'Het gat in de hemel', de geplande delen twee en drie van zijn trilogie, er helaas nooit komen. 
Gelukkig kan het Nederlandstalige publiek dankzij 'Wereldbibliotheek' en Dirk Zijlstra’s fantastische vertaalwerk uit het Pools(!) vanaf medio oktober opnieuw proeven van Józef Wittlins Unvollendete. Tot dan is er het oktobernummer van 'De Parelduiker' waarin de Amsterdamse Roth specialiste Madeleine Rietra uitgebreid kond doet van de wel heel bijzondere ontstaansgeschiedenis van dit kleine meesterwerk.


Het zout der aarde / Józef Wittlin. – Amsterdam : Wereldbibliotheek, 2020. – 336 p.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...