Officieus debuteren deed Gerard Reve (1923-2006) als de vandaag jarige kortverhalenschrijver Simon van het Reve met het hartverwarmende 'De laatste jaren van mijn grootvader' (1947) in het voorjaarsnummer van 'De Nieuwe Stem'. Boordevol rake observaties van een drieëntwintigjarige is deze bijzondere tijdschriftenbijdrage tevens dé aandoenlijke sleutel op de deur van de verzamelde werken van een van onze, volgens mensen die het kunnen weten, allerbeste stilisten: "Wanneer bezoekers de vijfentachtigjarige oude bij de kachel zittend aantroffen, vonden zij hem een kras man, vooral wegens de scherpe en slimme opmerkingen. Ze wisten echter niet, dat hij er ongeveer tien uiteenzettingen op na hield, die ongewijzigd dagelijks werden opgelepeld. Wat de sport betreft, koesterde hij een wilde haat jegens het voetballen, inzonderheid tegen het koppen van de bal. 'Zij vangen hem nog wel eens op de tong,' voorspelde hij grimmig. Ook het roeien in lange smalle wedstrijdboten wekte zijn verontwaardiging. 'Zij zitten er in het blote gat,' was zijn mening over de luchtige kleding van de roeiende dames. De stelling, dat de wereld een groot gekkenhuis was, vormde het hoofdbestanddeel van zijn betoog, dat voor een keer oorspronkelijk mocht lijken, maar op den duur weinig nieuw uitzicht bood."
Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.
Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...
Reacties