Duivelskunstenaar Simon Vestdijk vandaag precies een halve eeuw ongelezen en ongevierd onder de groene zoden...
Maarten 't Hart noemde hem in een van zijn brieven ooit 'de maat der dingen', wijlen Menno ter Braak omschreef deze verschijning in een boekrecensie vol bewondering als 'een duivelskunstenaar' en Adriaan Roland Holst dichtte vlak na de Tweede Wereldoorlog over de man in kwestie: "Muur van den Geest, waar die van de Chinezen / te kort bij schiet. - O, Tegenpool van Bloem!" Simon Vestdijk, een van de meest veelzijdige schrijvers uit ons taalgebied, ligt vandaag precies een halve eeuw ongelezen en ongevierd onder de groene zoden. Zijn veelverkochte verzetsroman 'Pastorale 1943' (1948) is - o, zeer leesbare menselijke heroïek - nochtans het herlezen méér dan waard en zelfs in deze 'Else Böhler, Duits dienstmeisje' (1935) valt over het algemeen heel wat af te lachen: "Zolang ik met Else Böhler in de schemerige sterrenstraten wandelde, (...) maakte ik haar tot mijn gelijke en sprak Duits met haar als met een filosoof. (...) Wanneer ze me niet begreep, knikte ze of zei zeer beslist 'joa', en deze zekerheid van haar was, zo meende ik, in beginsel toch geen andere waarvoor Kant duizend woorden nodig had gehad."
Else Böhler, Duitsch dienstmeisje / Simon Vestdijk. - Amsterdam : Nijgh & Van Ditmar, 1956. - 249 p.
Reacties