Jack Kerouac, de geestelijke vader van de weergaloze trotters Sal Paradise en Dean Moriarty, wordt vandaag precies negenennegentig! Het verhaal van de tientallen papieren rollen waarop hij de hardcore versie van dit autobiografische geschrift neertikte, is genoeg bekend. Minder geweten is dat dit boek, naarmate de pagina's vorderen en de twee hoofdpersonen steeds meer geïsoleerd geraken, bol staat van een soort van weemoed die sowieso gedoemd was samen te vallen met Mexico-Stad: "We reden door moerassen en met grillige tussenpozen liepen er vreemde Mexicanen in rafelige vodden langs de weg met machetes aan het touw om hun middel, sommigen hakten ermee op de struiken in. Ze bleven allemaal staan om ons uitdrukkingsloos aan te staren. Tussen de dichte begroeiing zagen we hier en daar huisjes met een strodak en Afrikaans aandoende bamboe wanden, gewoon rieten hutten. Vreemde jonge meisjes, donker als de maan, keken uit mysterieuze, dichtbegroeide deuropeningen."
Onderweg / Jack Kerouac (auteur), Guido Golüke (vertaler). - Amsterdam : De Bezige Bij, 1988. - 304 p.
Reacties