"De Haes moet het gevoel hebben gehad dat hij met een gedicht als 'een meisje', dat gekenmerkt wordt door een deformatie van de vorm en een desintegratie van zijn hooggestemde ideeën, niet bij zijn romantisch-classicistische vrienden uit de katholieke hoek kon komen aanzetten." In zijn typerende, onnavolgbare stijl doet de Vlaamse dichter en hoogleraar Erik Spinoy kond van de discoursonvriendelijke cut-copy-paste-lotgevallen van het Jos de Haes-gedicht 'een meisje' dat oorspronkelijk in 1952 in het maart-aprilnummer van het jongerentijdschrift 'De Meridiaan' verscheen. Het volledige verrukkelijk-dat-gij-dit-alles-weet-relaas van dit toenmalige radicale dichtersklimaat van broeierig verdonkeremanen, staat na te lezen in Spinoy's nawoord in deze meer dan lezenswaardige verzamelbundel met nagenoeg alle gedichten van Jos de Haes (1920-1974). Zelfs de mislukte Amerikaanse Apollo 13-vlucht uit de lente van 1970 moet het beeld van een aanvankelijk helder en inzichtelijk gewild gedicht tot het uiteenvallend agglomeraat van beelden in De Haes' definitieve poëzie helpen inzichtelijk maken. Een metafoor waarvoor de huidige generatie twitteraars zowaar hun smartphoneduim veil zouden hebben.
Gedichten / Jos de Haes. - Tielt : Lannoo, 2004. - 236 p.
Reacties