Doorgaan naar hoofdcontent

Karl Maron: kleurloze partijsoldaat en onzichtbare stiefvader tot in de KPD-kist...

Vandaag vieren we de bijzonder rechtlijnige, ietwat kleurloze en voor de nazi's gevluchte Berlijnse Siemens-syndicalist Karl Maron (1903-1975). Als tiener nochtans begonnen als begenadigd worstelaar in de Charlottenburgse arbeidersgymgroep 'Aktiv' verzandde der Karl na de Tweede Wereldoorlog onvermurwbaar en definitief in zijn overdadig met KPD- en SED-memorabilia opgespelde regenjas. In de vijftiger en zestiger jaren schopte Maron het nog tot DDR-binnenlandminister waarna hij, bij wijze van postume bedanking, met zijn zwart-witaangezicht de DDR-Briefmarke van zehn Pfennig mocht decoreren. 


Wanneer stiefdochter Monika Maron, samen met de in 2011 betreurde Christa Wolf een van de interessantste stemmen uit de voormalige DDR, in haar romandebuut 'Flugasche' (S. Fischer Verlag, 1981) het Oost-Duitse Bitterfeld nog omschrijft als een van de smerigste steden van Europa, moet 'vadertje' Karl zich ondergronds voor de eerste maal hebben omgedraaid. Een tweede keer deed de arme man dat naar alle waarschijnlijkheid naar aanleiding van Monika's beklijvende familieroman 'Pawels Briefe: eine Familiengeschichte' (S. Fischer Verlag,1999), waarin stiefdochterlief op onvergelijkelijke wijze een standbeeld uit brieven weet te componeren rond de eenvoudige Poolse geassimileerde jood Pawel Iglarz, Monika's grootvader langs moeders zijde, die in 1942 vanuit het Warthegau-getto op transport werd gezet en vermoord. Ook in deze roman, nagenoeg geen 'rechtstreeks' onverdroten woord aan/over stiefvader Karl, tenzij dan Monika's tussen de regels te lezen halfblinde bewondering voor dat communistische regime onder het toenmalige DDR-gesternte (met zijn antifascistische hamerverleden) dat ze als kind door beide ouders met de paplepel kreeg ingegoten. 
Afkomstig uit een Pools-Joodse familie, buiten het huwelijk geboren en kort voor de Wende uit Oost-Berlijn gevlucht, ademen de meeste van Monika Marons boeken hét pathos van de klassenstrijd van haar familie: "Je verraadt je idealen niet, je verraadt je vrienden niet!" Iets wat Maron, en met haar zoveel andere, lezende oud-DDR-ingezetenen, bij uitstek diep geïnternaliseerd heeft, iets wat haar, volgens eigen zeggen dan, ook niet echt belast schijnt te hebben. Omwille van Monika Marons dezer dagen vaak gecontesteerde islamkritische uitspraken ontstond, verpakt als een met de voeten getreden 'loyaliteitszaak', in het najaar van 2020 nog een heuse uitgeversrel bij onze oosterburen. Gesteund door Uwe Tellkamp, die andere schrijvende reus uit de voormalige DDR, liet deze door haar andere landgenoten dikwijls 'misgelezen' grande dame van de Wende-literatuur toen het volgende optekenen: "Opstandigheid is een kinderlijke reactie die niet bij mij past. Ik ben alleen beledigd in zeer persoonlijke relaties, maar niet als ik word aangevallen vanwege mijn overtuiging." 
En ondertussen, dus ja, ook deze keer, niet al te luid dat wel: "Zum Wohl, lieber Karl, zum Wohl!"

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...