Doorgaan naar hoofdcontent

"Ik verklaar dat onze relatie dringend rust nodig heeft en stel voor dat we elkaar voorlopig even vergeten."


Vandaag is het niet alleen de beurt aan Rachel Carson, ook Richard von Schaukal, de met een been in het symbolisme wadende neoromantische lyricus uit het Tsjechische Brünn, zag op deze zevenentwintigste mei het daglicht. Met de goed ontvangen bundel 'Gedichte' zette de negentienjarige Schaukal zich in 1893 met één schrijfbeweging op de Duitstalige literatuurkaart. Tegelijkertijd deed deze publicatie de jongeman in een kramp schieten, een pijnscheut waaruit de jonge dichter sedertdien amper nog is rechtgestaan. Zo vulde Schaukal herdrukken van deze 'Gedichte' gewoon met nieuw werk aan tot het in dikte uiteindelijk het dubbele ging gaan meten van de oorspronkelijke uitgave. Later, tijdens de Eerste Wereldoorlog, postte hij patriottische gedichten die her en der gretig aftrok vonden en zette hij als begaafd essayist onder meer zijn tanden in het werk van de peetvader van de gothic novel, de Pruis E.T.A. Hoffmann. Toen een weifelende Thomas Mann 'Der kleine Herr Friedemann', een van zijn allereerste novelles uit 1897, aan verschillende redacties ter beoordeling had aangeboden, was Richard von Schaukal een van de weinige uitgesproken enthousiastelingen van het eerste uur. Beide leeftijdsgenoten startten rond die tijd dan ook een boeiende, broeierige Brief Case Wiseseling die al in 1905 leidde tot een definitieve ‘Beerdigung’. Schaukal vs. Mann: gedoemd briefverkeer van twee egomanen die zich na verloop van tijd alsmaar meer gingen zitten bedienen van wederzijdse vleierij. Gewoon om te verhullen dat ze het liever over de ontvangst van hun eigen werk dan over dat van de andere hadden. Toen Schaukal zijn met citaten van Mörike en Schiller geparfumeerde loftuitingen over Manns Buddenbrooks-kladjes als springplank gebruikte om zijn 'vriend' te wijzen op briefcontacten met Schnitzler, Hesse en Kraus werd dit middelmatige 'Hofmannsthal-epigoon' door Thomas Mann met deze korte, nogal boude mededeling voor altijd bij het Lübeckse huisvuil gezet: "Jouw commentaren getuigen van een soort van naïviteit waarvan ik het al langer op mijn heupen krijg en waarvan ik bovendien niet verwacht dat ze me nog langer zullen beïnvloeden. Ik verklaar dat onze relatie dringend rust nodig heeft en stel voor dat we elkaar voorlopig even vergeten. Met de beste wensen voor je welzijn blijf ik wel je zeer toegenegen. Thomas Mann." (uit: 'Thomas Mann: Briefe an Richard Schaukal', Vittorio Klostermann, 2003) 
Schaukal dus, over wie in de Mann-biografie van Hermann Kurzke (1999) nauwelijks een woord. Schaukal dus, zonder wie waarschijnlijk geen Buddenbrooks-epos en geen latere Nobelprijswinnaar die van meet af aan wijselijk besloot zijn handen ver van al die theaterschrijverij te houden. Omdat de geschiedenis voornamelijk wordt geschreven door kleine, onzichtbare luitjes - genre dit dichtende en bij Mann immer naar complimenten hengelende Tsjechische exemplaar in de gedaante van deze Richard von Schaukal - roepen we vandaag met zijn allen: "Zum Wohl, lieber Richie, zum Wohl!"

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...