"Op een avond buigt een knappe en serieuze jongeman voor mij. Hij is slecht gekleed en terwijl we dansen vertelt hij me dat hij de volgende dag naar Spanje zal afreizen om mee te vechten in de burgeroorlog. Hij drukt zijn wang tegen de mijne onder het dansen en hoewel het een beetje schuurt, vind ik zijn aanraking prettig. Ik leun een beetje dichter tegen hem aan en de warmte van zijn hand op mijn rug dringt helemaal door tot mijn huid. Ik krijg slappe knieën en voel iets wat ik nog nooit eerder heb gevoeld bij de aanraking van iemand anders. Misschien voelt hij hetzelfde, want hij blijft staan met zijn arm om mijn middel, tot de muziek weer begint. Hij heet Kurt en hij vraagt of hij me naar huis mag brengen. 'Jij bent,' zegt hij, 'het laatste meisje met wie ik tijd doorbreng voor ik vertrek.'"
Zo plat als een papieren aankleedpop en kleren die om schouders hangen als aan een hangertje, tussen bovenstaande Tove Ditlevsen en onderliggende Nusch Éluard - al was Tove in lichaamslengte wel anderhalve keer Nusch - spelen niet alleen fysieke gelijkenissen. Er is ook de haast identieke periode, midden jaren 30 voorgaande eeuw, waarin beide meisjes/dames dankzij de aanraking van een ander voor het eerst voelden wat ze nog nooit eerder hadden gevoeld. Tove en Kurt, Nusch en Paul, met op de achtergrond: de Spaanse burgeroorlog. Eindelijk gefundenes Fressen voor het betere literaire complotdenkwerk! Al zijn ook geen grotere toevalligheden denkbaar om de vandaag jarige Nusch Éluard (115!) eens extra in de bloemetjes te zetten.
Jeugd / Tove Ditlevsen (auteur), Lammie Post-Oostenbrink (vertaler). - Amsterdam : Das Mag Uitgevers, 2021. - 195 p.
Reacties