Vijftien jaar lang gedroeg deze omstreden Hermann Kant, steeds met dat anderhalve SED-been, zich als de zeventienarmige inktvis aan de top van de 'Schriftstellerverband der DDR'. Bedoeling: een reuzegrote schaduw over zijn grote idool en voorganger Anna Seghers. Want zo niets en niemand ontziend was hij wel, Herr Kant. Vandaag zou hij vijfennegentig geworden zijn, en het was hem bijna nog gelukt ook. Vergeet 'Die Aula' (1965), Hermann Kants zogeheten magnum opus over de DDR, want vaak heel naïef verhaald, alsof kijkwoningen zijn gemaakt om werkelijk in te gaan wonen. Wenn DDR, lees dan liever Uwe Johnsons postuum verschenen 'Ingrid Babenderende' (1985) en gooi onderweg die Guillaume Bijl als zelfverklaarde genadeloze interieurchroniqueur onzer tijd gerust ook maar op de mestvaalt.
Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.
Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...
Reacties