Waarom schimmelruiter Hauke Haien precies 's nachts uit rijden gaat, blijft een novelle lang een levensgroot mysterie...
"Eine furchtbare Böe kam brüllend vom Meer herüber, und ihr entgegen stürmten Ross und Reiter den schmalen Akt zum Deich hinan. Als sie oben waren, stoppte Hauke mit Gewalt sein Pferd. Aber wo war das Meer? Wo Jeverssand? Wo blieb das Ufer drüben? Nur Berge von Wasser sah er vor sich, die dräuend gegen den nächtlichen Himmel stiegen, die in der furchtbaren Dämmerung sich übereinanderzutürmen suchten und übereinander gegen das feste Land schlugen."
Theodor Storm deed op 14 september 1817 als pasgeboren erudiet toonbeeld van de Duitse postromantiek de beide oogjes open. Later deed hij dat nog veel vaker, telkenmale bij 't ontwaken. Met evenveel detaillistische zorgvuldigheid, zij het dan van de ietwat meer bewuste orde, beschreef de in Schleswig geboren Hans Theodor Woldsen Storm (1817-1888) de dingen in zijn verhalen en gedichten als uitingen van ons aller innerlijke gesteldheden. Zijn schrifturen zijn, heet het dan, van ongezien evocatieve en duurzaam evenwichtige signatuur. Herhalend hoofdthema: de natuur die in haar alledaagsheid onoverkomelijk fataal kan worden. Vergeet dus de introspectieve starende houding van de meeste romantici uit die periode: bij Herr Storm dienen de Noord-Duitse venen en heidelandschappen en de alomtegenwoordigheid van de zee ons definitief eindpunt dat terzelfdertijd het lot stuurt. Zijn romanfiguren gedragen zich heel vaak onverklaarbaar irrationeel en doen zonderlinge zaken die uiteindelijk tot hun ondergang leiden. Zo is er dijkgraaf Hauke Haien die, wanneer één van zijn dijken het begeeft (denk Nederland januari 1953) en zijn kroost nagenoeg volledig verdrinkt, een oud paard koopt waarmee hij iedere nacht over de dijken gaat rijden. Als een onwezenlijke razende op zoek naar, ja, naar wat eigenlijk? Waarom Hauke precies 's nachts uit rijden gaat, blijft gedurende zijn ganse vertelde geschiedenis in 'Der Schimmelreiter' (1888), voor de nuchtere lezer althans, een gigantisch mysterie. Zo groot zelfs dat de arme dijkgraaf zichzelf, inclusief vierbenig schimmeldier, ten einde raad bij de rest van de familie in zee gooit en het raadsel postuum nog wat verder rond kan blijven waren. Net zoals dat van zijn geestelijke vader Theodor Storm die in 1888, vlak ná het schrijven van deze novelle waarin Haukes opgetekende relaas, zonder schimmel, zee en wanhoop, dat wel, maar uit louter levenseinde, gewoon rond is blijven spoken. Tot dat ogenblik in 1934 waarop Storms boekje zijn gelijke diende te erkennen op het witte doek, het ogenblik waarop Mathias Wieman en Marianne Hoppe op onovertroffen wijze gestalte gaven aan bovengenoemde dijkgraaf en diens geliefde Elke Volkerts.
En ondertussen doen wij vandaag, op zijn Haukes, tegen beter weten in dus, van: "Zum Wohl, lieber Theodor, zum Wohl!"
Reacties