"Zijn hele lichaamsbouw wees op een zwak zenuwgestel. Zoals hij daar zat leek hij op Balzacs dertigjarige coquette, die na afloop van een bal neerzijgt op haar donzen kussens."
15 oktober 1814: vandaag vieren we Grigori Alexandrovitsj Petsjorin, Balzacs dertigjarige coquette en ongrijpbare hoofdfiguur, even aandoenlijk als ongevoelig, waarrond Michail Lermontov zijn 'De held van onze tijd' (1840) héél secuur heeft vormgegeven. Als de ik-figuur in het eerste deel van deze bijzondere Russische vertelling het faustische wezen Petsjorin tracht te omschrijven, wordt zelfs de door zijn tijdgenoten veelgelezen fransman Honoré de Balzac van stal gehaald: "Uit de manier waarop hij liep sprak een zekere achteloosheid, luiheid zelfs, maar het viel me op dat hij niet met zijn armen zwaaide - een onmiskenbaar teken van een meer of minder gesloten karakter. Overigens zijn dit mijn persoonlijke beschouwingen, gebaseerd op eigen waarneming, en ik verlang geenszins dat u hierop blind vaart. Toen hij op het bankje ging zitten boog hij zijn rechte gestalte alsof hij een rug zonder botten had. Zijn hele lichaamsbouw wees op een zwak zenuwgestel. Zoals hij daar zat leek hij op Balzacs dertigjarige coquette, die na afloop van een bal neerzijgt op haar donzen kussens."
15 oktober 1814 dus, overal eensluidende keelgeluiden vandaag: "Zum Wohl, süsse Michi, zum Wohl!"
Reacties