Tot aan 'De zondvloed' en niet verder: over het oeuvre van Jeroen Brouwers als de vastlegger van een gedroomd verleden...
"Pas als alle wanden van de liftkooi naar en in elkaar zijn geschoven en hem, als schroot, tot een fraai vierkant hebben ineengedrukt (…) zal de kabel breken met niet méér geluid dan het droge tikje dat men hoort als het steeltje uit een appel wordt getrokken." Dankzij Lodewijk Verduins geraffineerde herleeswerk vergeet geen mens nog wat voor een beklemmend en dreigend oeuvre Jeroen Brouwers in de loop van de afgelopen zes decennia bij elkaar heeft gepend. Van Jacob Voorlandt als aanvulling op 'Het verzonkene' en 'Bezonken rood' in 'Winterlicht' (een 'balansboek' waarin de schrijver, althans Verduin, op zijn drieënveertigste reflecteert op zijn leven en zich afvraagt of het allemaal de moeite waard is geweest) tot Rijmenam, Huize Krekelbos en de vijf in 'De toteltuin' gebundelde ziektegeschiedenissen rond schizofrenie: "Zo ik ooit een vader of voorganger heb gehad, dan was het Voorlandt,…" Met dan, bam, kort voor halverwege dit: "Brouwers is, zoals uit zijn grote roman De zondvloed (1988) opnieuw zal blijken, de vastlegger van een gedroomd verleden." Tot en met 'De zondvloed' (inclusief de gebruikelijke referenties aan zijn eigen werk) als Brouwers' afronding van een literair project, is het werkelijk genieten van wat neerlandicus Lodewijk Verduin in die eerste honderdvijftig pagina's met het oeuvre van de door hem bewonderde schrijver heeft uitgespookt.
Daarna wordt het wachten tot zo’n aankondigingsfolder van Atlas-Contact anno 2028, waarin dan op bladzijde 13: "Vanuit de overtuiging dat leven en werk nauw met elkaar verbonden zijn, literatuuranalyse gecombineerd met objectiverend biografisch onderzoek, heeft Lodewijk Verduin zich de afgelopen tien jaar verdiept in het oeuvre van zijn onlangs overleden landgenoot Jeroen Brouwers. Waarna de biograaf al tastend, na 10.470 bladzijden en 63 titels, waarlijk essayistisch, aan de weet is gekomen hoe zijn onderzoeksobject precies in het leven stond en wat hem ertoe bewoog het zo lang vol te houden. Net als Brouwers zelf dus, die deze klus in zijn gebundelde schrijversessays uit 1989 nog als volgt wist te verwoorden: "Ik heb geprobeerd, het leven en de zelfmoord van deze schrijvers (...) hoofdzakelijk te benaderen vanuit hun literaire werk." Van Brouwers' geobsedeerdheid door vliegen in zijn allereerste romans en het reviaanse speelgoedkonijn van Thijmen Hoolwerf in zijn debuut 'Het mes op de keel' tot de Drievuldigheid De Witte-Daele-Walravens en dat typische brouwersiaanse begrip van de 'balanszelfmoord' in zijn beruchte essays over zelfmoord: werkelijk alles krijgt in deze uitvoerige biografie over leven en werken van deze schrijver dankzij Lodewijk Verduin een plaatsje."
Feit is dat 'Zomervlucht' (1990) en 'Het hout' (2014) sowieso de twee te (her)lezen late Brouwers-titels voor dit voorjaar worden. Bedankt, Lodewijk Verduin, bedankt! Enne… achteraf bezien had de titel 'Men verandert zachtjes in vloeibaarheid' voor deze intrigerende, inleidende bundel ook lang niet misstaan.
Eenzaamheid in eindeloos meervoud: het oeuvre van Jeroen Brouwers / Lodewijk Verduin. - Amsterdam : Atlas Contact, 2021. - 254 p.
Reacties