Doorgaan naar hoofdcontent

Leonid Tsypkin is schrijven zonder de hoop of het vooruitzicht ooit gepubliceerd te worden en bakken vertrouwen in de literatuur om dat vol te houden!

"Op zaterdag 20 maart, zijn zesenvijftigste verjaardag, ging Tsypkin vroeg in de ochtend aan zijn schrijftafel zitten om aan de vertaling van een Engelse medische tekst te werken - vertalen was een van de weinige mogelijkheden die openstonden voor refuseniks (sovjetburgers, doorgaans joden, aan wie een uitreisvisum was geweigerd en die hun baan waren kwijtgeraakt) om aan een beetje geld te komen; hij voelde zich opeens niet goed (het was een hartaanval), ging liggen, riep iets naar zijn vrouw en overleed. Hij was precies zeven dagen een gepubliceerde romanschrijver geweest."
 

Vandaag is het precies veertig jaar geleden dat de Russische patholoog-schrijver Leonid Tsypkin (1926-1982), de man rechts op de foto, die met het bijzondere hoofddeksel, is komen te gaan. Als geliefde dorpsarts smulde deze Leonid Tsypkin van de van morele strijd doordrongen poëzie van Tsvetajeva en van het extatische proza van de jonge Pasternak. Deze trotse, met de dood gepreoccupeerde hypochonder, steeds gehuld in een deken van onoverwinnelijke somberheid, ging bij leven gebukt onder voortdurende aarzeling om een afwijzing door het officiële literaire establishment. Daarom ook dat Tsypkins lezerskring nooit veel groter werd dan vrouw Natalja, zoon Michail en enkele medestudenten van zijn zoon aan de universiteit van Moskou. Bezorger Michail Tsypkin, Leonids enige zoon en op de foto in het midden, over die typische schrijfschool van vader Tsypkin: "In het weekend zat hij meestal de hele dag te schrijven. Mijn vader hunkerde naar iedere gelegenheid om te schrijven, maar het viel hem zwaar. Hij dubde over ieder woord en bleef eindeloos aan zijn handgeschreven manuscripten schaven.(...) Hij stuurde zijn manuscripten niet naar uitgevers en wilde zijn proza ook niet in samizdat laten circuleren omdat hij bang was dat hij problemen zou krijgen met de KGB en zijn baan zou verliezen.(…) Schrijven zonder de hoop of het vooruitzicht ooit gepubliceerd te worden, hoeveel vertrouwen in de literatuur is er nodig om dat vol te houden?" 
Nooit eerder hebben argwaan en besluiteloosheid aan de basis gelegen van zo’n prachtig klein oeuvre als dat van Leonid Tsypkin: een aantal korte schetsen en verhalende stukken, twee autobiografische novellen en de Dostojevski-droomroman 'Zomer in Baden-Baden' (1981). Van zijn enige roman kan de Amerikaanse essayiste en Tsypkin-herontdekster Susan Sontag in haar inleiding alvast niet genoeg krijgen: "Het koortsachtige verleden schemert door de culturele woestenij van het sovjetheden heen. Tsypkin reist Fedja en Anna’s ziel en lichaam binnen terwijl hij naar Leningrad reist. Hij toont zich daarbij in staat tot een wonderbaarlijk en angstaanjagend inlevingsvermogen.(…) Dresden, Baden-Baden, Basel, Frankfurt en Parijs. Gokkoorts, morele koortsen, de koorts van de lust, de jaloezie, de wroeging en de angst.(…) Niets is verzonnen, alles is verzonnen. De raamvertelling is de reis die de verteller naar de belangrijke plaatsen in Dostojevski’s leven en romans maakt." 
De Nederlandse vertaling van deze bijzondere lees(reis)ervaring in de (geschiedenis van de) Russische literatuur is van de handen van Jos Vonhoff en Arjen Uijterlinde. En ondertussen doen we vandaag, 20 maart, luidkeels van: "Zum Wohl, lieber Leonid, zum Wohl!"

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...