Doorgaan naar hoofdcontent

De romantische bard Heinrich Heine? Ach, een dichter voor handelsreizigers...


"Alles aan hem wekte mijn nieuwsgierigheid op: de zorg waarmee hij zijn potlood uitkoos, de manier waarop hij zat - recht, alsof hij misschien elk ogenblik zou moeten opstaan om een bevel aan een onzichtbaar leger te geven - en hoe hij door zijn blonde haar streek. Ik ontspande me pas toen hij zich, net als iedereen, begon te vervelen en op zijn stoel zat te wiebelen, wachtend op de bel voor de pauze tussen de lessen. Ik bestudeerde zijn trotse, fijn besneden gelaat, en geen minnaar zou Helena van Troje aandachtiger hebben kunnen aanschouwen of meer overtuigd geweest kunnen zijn van zijn eigen onwaardigheid. Wie was ik dat ik met hem zou durven praten? In welke Europese getto's waren mijn voorvaderen bijeen gedreven toen Friedrich von Hohenstaufen Anno von Hohenfels zijn beringde hand toestak?"
In Riedenberg, een Vorort bezuiden Stuttgart, is hij de eigenaar van een heus straatnaambord en in de novelle 'Reunion' (1971) lijkt hij getransformeerd tot de besluiteloze, lummelachtige ik-figuur Hans Schwarz, de jongen met de muntstukken vooraan rechts op het voorplat van de Nederlandse vertaling uit 1978. Schrijver en kunstschilder Fred Uhlman dus, die gedurende 80 pagina's zijn alter ego, deze Schwarz, de zestienjarige zoon van een joodse dokter, achterkleinzoon van een rabbi en van generaties kleine kooplui en veehandelaren, tomeloze liefdes- en vriendschapscirkels laat dansen rond de adellijke Konradin von Hohenfels, zijn jongen met het gulden haar. Samen verslinden ze 'Madame Bovary', bekritiseren ze Schiller en noemen ze, tijdens een van hun vele wandelingen tussen huis, Rijn, Moezel, Neckar, Main en Karl Alexander Gymnasium te Stuttgart, Heine een dichter voor handelsreizigers. De Hongaarse schrijver Arthur Koestler roemde, ondanks zijn tragische afloop, deze novelle van collega Uhlman als: "Er is niets van Wagneriaans pathos; het is alsof Mozart de Götterdämmerung herschreven had." Daar kan helaas niks aan toegevoegd, een waar genot hoor deze voetzoeker van een Narziss en Goldmund! Gaat dat lezen!


Reünie / Fred Uhlman (auteur), Robert Warmenhoven (vertaler). - Amsterdam : Meulenhoff, 1978. - 91 p.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...