Doorgaan naar hoofdcontent

Vladimir Majakovski: de dichter die op een stoel ging zitten als op het zadel van een motorfiets...


14 april 1930, zelfdoding als gevolg van complete desillusie en onophoudelijke paranoia. Vandaag herdenken we een van de meest muzikale, flamboyante en complexe verschijningen onder die eerste Russische (revolutionaire) dichtersgang: Vladimir Majakovski. Nochtans even experimenteel als de andere futuristen uit die dagen was hij de enige dichter die door de communistische machthebbers wel werd geaccepteerd. Het hielp natuurlijk dat de vernietiging van de literatuur van het verleden voor Vladimir, uiterst rechts op de foto, in die eerste sovjetdagen gelijk stond aan het omverwerpen van het tsaristische bewind. Terwijl collega Sergej Prokofjev in Parijs en over de Atlantiek regelmatig op zoek ging naar wat regime-afleiding, dreven Majakovski's steeds weifelende houding en politieke besluiteloosheid schrijfkameraad Boris Pasternak tot waanzin. In de tweede helft van de twintiger jaren kwam het tot een breuk tussen die twee. Een verlies dat Pasternak alvast inspireerde tot een prachtig genuanceerd profiel van dat typische Majakovski in zijn 'Vrijgeleide' uit 1929: "Meer dan andere mensen gaf hij zich geheel en al in zijn verschijning.(…) Hij ging op zijn stoel zitten als op het zadel van een motorfiets, boog zich voorover, sneed zijn Wiener schnitzel die hij snel verorberde, speelde kaart waarbij hij zonder met zijn hoofd te draaien links en rechts opzij keek, flaneerde plechtstatig over de Koeznetski, intoneerde met doffe, nasale klanken, als fragmenten van een liturgie, bijzonder diepzinnige regels van zichzelf en van anderen, trok gezichten,(…) Maar onder zijn geveinsde wilskracht verborg zich een fenomenale, angstig-bezorgde wankelmoedigheid die tot een ongemotiveerde somberheid neigde. Even misleidend was ook het mechanisme van zijn gele blouse. Door die blouse bevocht hij helemaal niet de burgermanscolbertjes maar wel dat zwarte fluweel van talent in zichzelf,(…)" Gelukkig kwamen ook al deze verschillende Majakovski's in 's mans poëzie terecht, en dan zeker in zijn gedichten van voor 1917, zijn prerevolutionaire werken. Lyrische schrijver én declamatorische held, uitdagende gek én berustende minnaar, zoals in die begintonen van dat lange gedicht 'Een wolk in broek' (1915) waarvan Vladimir Majakovski zich later herinnerde: "Bijna niemand kocht het, want de poëzieklanten in die dagen waren voor het grootste deel goed opgevoede, nette dames, en die konden het vanwege de titel niet kopen." 


Dankzij het fenomenale vertaalwerk van de reeds lang betreurde Marko Fondse zijn Majakovski's gedichten gelukkig in het Nederlands verkrijgbaar. Ga vandaag dus nog in een volledig met studenten gevuld auditorium zitten, zet de beamer op en tik daarna via zo’n online videokanaal deze dichtersnaam in. Geniet vervolgens met z'n allen van die koortsachtige stentorstem, vocalen ook die het beste tot hun recht komen voor een groot publiek, en steek ten slotte, op het einde van Majakovski's voordracht, bij wijze van corsage dan, net als wijlen de imposante dichter, een pollepel in het knoopsgat van je buurman. En daarna gewoon, dat mag staccato, fijn, in licht beledigende toon ook, alle aanwezige studentenstemmen aanmanen tot een: "Zum Wohl, lieber Vlad, zum Wohl!"


Verzamelde gedichten / Vladimir Majakovski (auteur), Marko Fondse (vertaler). - Amsterdam : Van Oorschot, 2018. - 451 p.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...