Doorgaan naar hoofdcontent

Gontsjarov vs. Tolstoj 1 - 0: "Wanneer Oblomov zijn keukenmeid in februari naar de markt stuurt om asperges te kopen, komt ze terug met de boodschap dat er nu geen asperges te koop zijn."


Vandaag is 18 juni 1812. Vandaag is laatbloeier Ivan Gontsjarov over wiens onnavolgbare realisme vertaler Arthur Langeveld: "In 'Anna Karenina' laat Tolstoj Anna's broer Stiva midden in de winter met asperges thuiskomen. Gontsjarov maakt zo'n fout niet. Wanneer Oblomov zijn keukenmeid in februari naar de markt stuurt om asperges te kopen, komt ze terug met de boodschap dat er nu geen asperges te koop zijn." Indolentie. Liever een volmaakt gerunde keuken dan grootse avonturen. Wie kent Ilja Oblomov, de sympathieke, gecompliceerde Peterburgse nietsnut en titel van Gontsjarovs meesterwerk, geschreven tussen 1849 en 1859, niet? Oblomov dus, die op die befaamde eerste mei om acht uur 's morgens wakker wordt en er, ondanks zijn goede voornemens, helaas niet in slaagt om voor vijf uur uit bed te komen. Vijf bezoekers en twee problemen later, de huisbaas die hem de huur heeft opgezegd en de dringende noodzaak om op zijn landgoed orde op zaken te stellen, komt dan dat wereldberoemde dutje waarna die fameuze droom over het Oblomovka van zijn jeugd. Bijna even befaamd is Oblomovs eeuwige kamerjas, om over die beruchte openingszin nog maar te zwijgen: "In de Gorochowajastraat, in een van die grote huizen, waarvan het aantal bewoners welhaast dat van een provinciestad evenaart, lag op een morgen Ilja Iljitsj Oblomov in een van de kamers van zijn appartement in bed." 
Vandaag is 18 juni 2022, met de aangekondigde tropische temperaturen sowieso een beetje meer van: "Zum Wohl, lieber Ivan, zum Wohl!"

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...