Doorgaan naar hoofdcontent

Neel Doff: g-e-l-e-e-f-d naturalisme, geen naturalisme op basis van intuïtie, zoals dat van Zola.


Vandaag is 14 juli 2022. Vandaag is Neel Doff precies tachtig jaar uitgespeeld. Monique van de Ven moest het weten. Neel Doff dus, bijna even lang van ons verscheiden als haar geleefde tijd. Bij leven vertaalde deze bijzondere dame niet alleen Multatuli en Couperus maar ook Timmermans en mocht ze zelfs fixer/schrijver Jan Greshoff ten allen tijde lastigvallen voor die noodzakelijke opleving van haar geschriften in ons taalgebied. Over Doffs armoedige jeugd staan bladzijden vol en over haar in koper gegoten testament als treurende Themis aan de laatste rustplaats van de Gentse advocaat Hippolytus Metdepenningen het laatste woord niet gezegd. Neel Doff dus, die pas op haar eenenvijftigste kwam aanzetten met een resem autobiografische verhalen, om de ketenen van haar miserabel verleden van zich af te kunnen werpen, lijnen gesopt in een soort van naïeve tienertaal. Die Keetjes-boeken van haar: authentiek roerend. G-e-l-e-e-f-d naturalisme, volgens kenners én de schrijfster in kwestie, geen naturalisme op basis van intuïtie, zoals dat van Zola. Ze haatte Zola's idealisering van de werkmens, geef deze doorleefde Doff maar eens ongelijk. Zoals die verfrissende keer dankzij dat door moeder stiekem uitgeschonken kopje karnemelk na een snikhete dag langs de Amsterdamse Haarlemmerdijk in Wim Zaals voor Meulenhoff samengeraapte 'Keetje Tippel' uit de zeventiger jaren: "Het was karnemelk. Nooit heb ik, wanneer dan ook, iets gedronken wat me zo heeft opgekikkerd. Ik nam zo kleine teugjes als maar kon, om er des te langer mee te doen. Daarna kroop ik in mijn liefste houding op de stoel en begon te dagdromen over een wereld waar overal schaduw en karnemelk was, maar dan volop, kannen vol... en ik liet mijn voeten op de vochtige vloer rusten en gleed met mijn handen langs de muur waar het water nooit uit wegtrok." 
Vandaag is 14 juli 1942, hitte buiten, kommetje karnemelk binnen - Monique van de Ven moest het weten - hoog in de lucht: "Zum Wohl, liebe Neel, zum Wohl!"

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...