"Simon Vinkenoog sliep bij zijn moeder in bed zodat ze elkaar warm konden houden. Freud, Oedipus? Nee, de honger en de angst hadden heel scherpe tanden gekregen."
Jaarwissel '44-'45. Een laconieke Schierbeek-biograaf Graa Boomsma over de oorlogshongerjaren van Vijftiger Simon Vinkenoog in de laatste 'De Parelduiker': "Een zeer strenge Hongerwinter stond voor de deur. In drie woorden samengevat: kou, honger en angst. Vinkenoog ging niet meer naar school maar moest de straat op om brandstof te verzamelen voor de noodkachel: rooftochten gericht op houtschotten voor winkelramen, brugleuninkjes in het Sarphatipark of geteerde houten blokken tussen de tramrails op de Ceintuurbaan. Hij stond in de rij voor miezerige voedselrantsoenen en sliep bij zijn moeder in bed zodat ze elkaar warm konden houden. Freud, Oedipus? Nee, de honger en de angst hadden heel scherpe tanden gekregen."
Vandaag is 18 juli 2022. Vandaag is de Amsterdamse dichter Simon Vinkenoog precies vierennegentig, ware het niet van die consequenties van dat been in die verduivelde zomer van 2009. In zijn debuutbundel 'Wondkoorts' (1950) - what's in a name - klinkt dat moederhongerwinterbed nog als: "ik was als kind / bij moeder thuis / de haren in mijn ogen / de voeten in het lauwe / water / en het eerste gedicht / als een bromvlieg om mijn hoofd / verleden - / verwondering / als grijze haren uitgevallen / een deernis-tweemansbed / woordenvergadering / en het laatste woord / door haar belet" Alleen al daarom, zeker vandaag: "Zum Wohl, lieber Simon, zum Wohl!"
Reacties