Doorgaan naar hoofdcontent

"Dank Clara Zetkin hier in Berlin, seit einigen Jahren ein arbeitsfreier Tag."

"Zolang je niet dood bent, leef je. Dat voelt als een opdracht," zo orakelde romancier Oscar van den Boogaard ooit. Maar ja, Van den Boogaard schrijft dan ook voor hetzelfde volkje als voor wie de Nederlandse voetbalanalist Jan van Halst de namen van de Europese topclubs op de hem zo typische wijze uitspreekt. Namelijk: met een doffe 'a', zonder 'n' en gevolgd door een vette 'sj' zoals in 'Manchester United'. 
"Ook ik heb mij, van het begin af, als vanzelf gericht tot die onzichtbare naasten die - hóe ver weg ook - tegelijk zó voelbaar aanwezig zijn, dat ik hen als het ware hoor ademen en luisteren. Verbonden zijn wij, en eenzaam tegelijk, in onze bijna hulpeloze wederzijdse verlegenheid, waaruit dan allengs die stille verstandhouding groeit waarop geen boosaardigheid ter wereld vat heeft." Op een onbewaakt moment liet de gelauwerde Nederlandse vertaalster en dichteres Ida Gerhardt haar treffende licht schijnen op dat raadselachtige huwelijk tussen schrijver en criticus. Om daarna, verbonden én eenzaam tegelijk en binnen de afstand van zo´n welgemikt sonnet, een van alle boosaardigheid verstoken vijfdeklasjufobservatie te doen. Gerhardts verzamelde gedichten zijn zo veel meer dan op schoolpleinen wegvliegende vlinders en ook buiten de klasmuren valt er van alles in te beleven. Gewoon aanschaffen dus, bouwjaar van haar verzamelaar: 1997. 
"Dank Clara Zetkin hier in Berlin, seit einigen Jahren ein arbeitsfreier Tag," wist de koptelefoongids me deze namiddag nog in Hochdeutsch te vertellen. Internationaler Frauentag, weetjewel. In een ideale wereld is zo´n dag overbodig, moet geen enkel mens nog langer aan de slag en houdt Oscar eindelijk op met opdrachten aannemen. In een ideale wereld dus. G-e-n-a-u! En ondertussen, een beetje verderop, in een echte: "Lang leve Ida en lang leve Clara!" Zeker vandaag.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...