Gisteren was 6 juni 1875, gisteren was Thomas Mann. Hermann Hesse legde in een niet zo positieve recensie van Manns 'Königliche Hochheit' (1909) ooit de basis van een innige schrijversvriendschap. Het is 15 februari 1910 en tijd voor een aantal rake typeringen, althans Hesse. Van Volker Michels, bezorger en inleider van dienst van hun jarenlange briefwisseling, is dan helemaal nog geen sprake: "Thomas Mann heeft namelijk wel de zelfbewuste smaak die op een hoge beschaving berust, maar niet de somnambule zekerheid van het naïeve genie. Daar is alles mee gezegd: hij is een schrijver, een begaafd en wellicht groot schrijver, maar hij is evenzeer en nog meer intellectueel. Hij heeft de gaven maar niet de naïviteit van een Balzac, en al helemaal niet van een Dickens. Daarom ervaart hij zijn grote begaafdheid ook meer als iets bijzonders dat eenzaam maakt dan als een trotse onderscheiding. Daarom neigt hij ook tot ironie en het doorbreken van de kunstvorm."
Gisteren was 6 juni 1875, gisteren was Thomas Mann: "Zum Wohl, lieber Herr Mann, zum Wohl!"
Reacties