Lees 'm gewoon een paar keer hardop voor je voor, die vijfde zin. Een stuk of drie keer. Als er al iemand rock 'n roll was, dan wel deze Adriaan Brouwer van Felix Timmermans. Ga dan, meine Damen und Herren, naar de zin erna en doe zoals daarnet. Je zal zien, in de keuken is het vaker wat meer van WYSIWYG met daartussen dan, floep, zomaar die wijsheid, klaar voor op dat tegeltje. Getuige hiervan: die volledige zesde zin op de openingspagina van deze postume Brouwer. Allez, waarop wachten? Lees 'm snel nog eens. Komaan! Timmermans ten voeten uit.
Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.
Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...
Reacties