Doorgaan naar hoofdcontent

Diederich Hessling: abjecte modelonderdaan, bleekwitte keizervereerder en slaafse bedpartner...

"Diederich Hessling was een gevoelig kind, dat het liefst droomde, bang was voor alles en veel last van zijn oren had. Met tegenzin verliet hij 's winters de warme kamer en 's zomers de kleine tuin, waar het rook naar de lompen van de papierfabriek." 


12 maart 1950. Vandaag precies driekwart eeuw onder de groene zoden, deze Diederich Hessling. Abjecte modelonderdaan, belachelijke conformist, ambitieuze rasopportunist, bleekwitte keizervereerder, karakterloze nationalist, tirannieke huisvader en slaafse bedpartner ineen. Terwijl de lotgevallen van deze verachtelijke zoon van een Duitse papierfabrikant uit het fictieve Netzig in 1914 nog in feuilletonvorm verschenen, moesten die, wegens antikeizerlijke uitspraken, twee jaar later noodgedwongen worden stopgezet. Remember het moraal van de gepinde Feldgrauen in de Europese loopgangen. Zelfs het bijwijlen van de pagina's druipende antisemitisme kon niet verhinderen dat de definitieve 'De onderdaan', toen het bij wijze van traumaverwerking in 1918 was gepermitteerd om met de fratsen onder keizer Wilhelm II te lachen, in amper twee weken tijd een eerste druk en 100.000 exemplaren wist te slijten. En dat allemaal dankzij de algemene curiositeit naar de wedervaardigheden van deze Diederich Hessling, één van de meest kleingeestige zonen uit het Duitse keizerrijk, wiens geestelijke vader door jongere broer Viktor Mann ooit als volgt getypeerd: "Heinrich zag de nieuwe klassen van zeer nabij: de welgestelde burger in de industrie, de economische patriot die hoera riep omdat er een oorlogsvloot werd gebouwd om zijn winst te garanderen, de wanhopige proletariër en boven dat alles, 'kil flistend', de macht. Heinrich voelde het anti-intellectuele en corrumperende van deze wereld en dat liet hem niet los, hoewel hij zelf in een andere wereld leefde." 

Vandaag is 12 maart 2025, vandaag is Diederich Hessling, deze Heinrich Mann dus, oudste ook uit die befaamde Lübeck-clan: "Zum Wohl, lieber Heinrich, zum Wohl"

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...