"Ze schonk niet veel aandacht aan degenen die binnenkwamen. Ze hield haar ogen strak, heel strak gericht op de schaduw van de kast die zich uitstrekte tot in de hoek waar de kachel stond. Ze verdacht de schaduw er waarschijnlijk van dat hij een streek met haar uit wilde halen. Ze trok haar rokken om zich heen, alsof ze klaar wilde zijn om te vluchten als de schaduw zich zou verdichten en iets zou blijken te zijn, misschien een grote hand met vingers als klauwen. Maar de dokter verplaatste haastig een lamp, zodat het licht in de hoek viel. Ze liet zich achteruit zakken in haar stoel."
Over een uit het bed gelichte dokter en zijn bijgelovige verloofde, een huis midden in de stad, het verstikkende effect van twee inwonende tantes, een hallucinatie in de vorm van een spookhand en het onuitgesproken verlangen naar een zacht en lieflijk vrouwelijk wezen. In het titelverhaal van deze bundel is de Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf in uitstekende doen, op het randje zelf van een masterclass 'psychologiserende' gothicwriting. Very, very Poe. En dit terwijl ik d'r Holgersson altijd te wijdlopig heb gevonden en die enkel verdraag ik de uitstekende Nederlandstalige bewerking van Bette Westera. Chapeau! En. Faut le faire!
Trouwens, vandaag is 16 maart 1940, kaarsje aan en van herdenkengem voor deze fantastische Selma Lagerlöf, op haar best dus in die subtiel neergepende spookgeschiedenissen: "Zum Wohl, liebe Selma, zum Wohl!"
Reacties