Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit januari, 2008 tonen

Wim Kayzer schuift zijn ogen wagenwijd open.

“Ik had een enorme hekel aan de maanden augustus en september. Pas later besefte ik waarom: het waren de maanden waarin de patiënten me niet alleen hun kwalen meedeelden, maar ook hun vakantieverhalen.” (Kayzer, W., De waarnemer, 2005, Uitgeverij Balans, p. 298) De fijnbesnaarde Jos Borré plakt in zijn recensie in DMBOEKEN het vette etiket van auteursroman op het geschrift “De waarnemer”. “Deze papierbundel is een moreel uitputtend totaalboek waarin de visie primeert, volkomen ongeschikt voor latente hypochonders en overwerkte huisartsen.” Aldus diezelfde brave mijnheer Borré. Zijn collega-recensent van het dagblad De Standaard heeft het over: “(…) een debuutroman, van een heel ander kaliber dan het zoveelste debuut van een twintiger met bindingsangst (…)” De wereldberoemde HUMO-journalist Wilfried Hendrickx nodigt Wim Kayzer, op het einde van het afgenomen interview naar aanleiding van de verschijning van zijn opmerkelijke debuut (?), uit samen een punt achter het leven te zetten. In ...

Roland Topor, Franse duivel-doet-al.

Roland Topor, de allerlaatste dadaïst die tien jaar geleden sneuvelde in de eigen hersenbloeding, wordt dankzij Arnon Grunberg, en diens alsmaar groter wordende inkomsten uit de vele gewonnen literatuurkampen, van de nodige pluimen op de hoed voorzien door de Nederlandse uitgave in boekvorm van 's mans belangrijkste bijdragen tot de wereld van de kunst. Tot de wereld in zijn geheel. Topor was van vele markten thuis, hij was - niet in achtereenvolgende opsomming maar gewoon alles tegelijkertijd - cineast, tekenaar, acteur, lithograaf, schilder, schrijver en beroepsprovocateur. Met titels als 'De huurder', verfilmd door Roman Polanski, 'Memoires van een oude zak' en 'De mooiste tieten ter wereld' etaleerde Topor, onder luid schaterlachend, toeziend oog van de koolzwarte humor, al zijn macabere gedachten. Hij was de koning van de kots, de pis, de seks, de bloederige taferelen en de geperverteerde nonchalance. In verband met kaka ontglipte aan Topor ooit de volg...

Franz Kafka schrijft een brief.

'Helemaal onverenigbaar met je houding tegenover je kinderen leek het wanneer jij, wat werkelijk heel vaak gebeurde, je beklaagde waar iedereen bij was. Ik moet toegeven dat ik als kind (later wel) daar ongevoelig voor was en niet begreep hoe je in vredesnaam daarvoor begrip kon verwachten. Je was in elk opzicht zo reusachtig; wat kon ons medelijden of zelfs onze hulp jou schelen? Daarvoor had je toch eigenlijk verachting moeten hebben, zoals zo vaak voor ons. Ik geloofde daarom niets van je geklaag en zocht er de een of andere geheime bedoeling achter. Pas later begreep ik dat je werkelijk erg leed door je kinderen, maar destijds, toen je geklaag onder andere omstandigheden nog op een kinderlijk, open, onvoorwaardelijk, tot elke hulp bereid meegevoel had kunnen rekenen, kon het voor mij weer niets anders zijn dan een overdreven middel om mij op te voeden en te vernederen, op zichzelf niet zo'n erg doeltreffend middel, maar met het schadelijke neveneffect dat het kind eraan wen...

Schrijver David Van Reybrouck over de mens.

(...) Geef eens een sterk argument tegen intelligent design. Van Reybrouck: Zodra een kenmerk verworven is, zal het de neiging hebben om aanwezig te blijven, ook als het niet meer functioneel is. Wij beschikken zo over veel kenmerken waar we niets meer aan hebben. Hebben de aanhangers van intelligent design theory al eens pijn gehad aan hun verstandskiezen? Als we die niet zouden laten trekken, gingen we dood aan abcessen. Wij slepen die verstandskiezen al een paar miljoen jaar met ons mee, zelfs nu er in onze onderkaak eigenlijk geen plaats meer voor is. Als we er vanaf zouden willen, moeten we een paar duizend jaar lang mensen laten creperen aan ontstekingen, veroorzaakt door verstandskiezen. Die moeten dan bij voorkeur doodgaan voor ze zich hebben voortgeplant. De individuen die minder verstandskiezen hebben of helemaal geen, zullen dan niet met kiespijn in bed liggen maar kunnen van bil gaan. (lacht) Dan pas zou het kenmerk op termijn kunnen verdwijnen. (...) Het volledige intervie...

Jeroen Brouwers schrijft een boek.

Jeroen Brouwers over de stiel van het schrijven in het dagblad 'De Morgen' van 31/10/2007: "Ik stel het schrijven elke dag zolang mogelijk uit. Ik ga koffie zetten. De kachel moet aan. Ik lees de krant. Ik herlees de krant. Enzovoort. Ik moet me elke dag de trap opslepen, naar mijn werkkamer. Daarom dat ik mezelf beloon met een spelletje Nintendo, het spelletje met de balletjes en de blokjes dat ik in Geheime kamers beschrijf. Het computerspel ligt bewust niet op mijn werktafel: ik mag pas spelen als ik al gewerkt heb; als ik moet nadenken over een stokkend ritme, of over een andere knoop die ik aanvoel. Ik mier tot alles goed zit en het strekt me tot eer om de dingen anders te zeggen dan hoe ze al miljoenen keren worden gezegd. Als de ik-persoon in Datumloze dagen voor het eerst sinds jaren weer oog in oog staat met zijn ex-vrouw, denkt hij: 'hoe het haar gaat interesseert me eigenlijk geen molecule'. Natuurlijk had hij ook kunnen denken: 'dat interesseert me ...