Doorgaan naar hoofdcontent

Godverdomse Dimitri Verhulst op een godverdomse longlist Libris Literatuurprijs.


Op hoop van vrede opent 't het valluik.
De bom, uit één stuk, vijf ton zwaar, is begonnen aan een val die niet meer kan worden gestopt of gebroken tenzij door z'n eigen ontploffing. Beneden, waar men gelooft dat het vouwen van duizend papieren kraanvogels geluk brengt, heeft men nog 46 seconden de tijd om te vouwen.
Start!

Haha! Het is zover. Eens kijken of de jury van de Libris Literatuurprijs het lef zal hebben om Dimitri Verhulst, een sympathieke Vlaming met een o zo in stijl gebade pen, op toekomende 11 mei naar huis te sturen met een gedekt chequesken van 65.000 euro. Waarom? Ten eerste om de (Vlaamse) critici, die niet zo happig waren op dit vingervlug geschreven libretto voor de boze mensheid, voor een poosje in alle talen te laten zwijgen en ten tweede omdat sleur inderdaad een roofdier blijkt te zijn. Knipoog! Bloemlezing uit de commentaren vanop een godverdomse bol...

"Deze inventaris van smeerlapperij moet het hebben van het diepdrukkende stempel van Verhulsts stijl én de vonkende en meeslepende cadans van zijn zinnen.(…) Maar na een poos gaat de opeenvolging van calamiteiten in de kleren hangen. De schrijver die zo bang is om hetzelfde kunstje te herhalen, maakt van de wereldgeschiedenis een gimmick, perst ze in de mal van zijn doemscenario.(…) Het boze godverdomse verrassingseffect ebt weg en deze calvarietocht stevent linea recta af op de big bang van Hiroshima. Wat na die knal overblijft, is een demonstratieve exercice de style waarin Verhulst zijn woeste talent soms (bewust?) spilzuchtig gebruikt.”
(Dirk Leyman in 'De Morgen' van 08/10/2008)

"Lang geleden dat ik me nog zo stierlijk verveeld heb. Met een boek nog wel. 't Is dat ik het moest bespreken, anders was het snel bij het oud papier beland. De titel zet de toon: 'Godverdomse dagen op een godverdomse bol'. De originaliteit wordt op de omslag in de verf gezet met een net doorgedrukte pisbak. Inderdaad, binnenin herleidt Dimitri Verhulst mens en mensheid tot pis en kak, lul en kut, vuist en macht.(...) De auteur wordt geprezen omdat hij dialect en toogpraat integreert, en om zijn prestatie in amper tweehonderd bladzijden de hele geschiedenis van de mensheid neergepoot te hebben. Makkelijk zat: laat alle goede en schone dingen weg, en serveer het overblijvende slechte en lelijke met karrenvrachten stront, slijm, drek, rochels, lullen en spleten. 'Godverdomse dagen' is een product van wat het aanklaagt."
(Gie van den Berghe in 'De Standaard' van 28/11/2008)


"Over ‘Godverdomse dagen op een godverdomse bol’ valt er niets na te vertellen op café.”
(Dimitri Verhulst in 'De Standaard' van 20/09/2008)

"Toen Louis-Ferdinand Céline en Louis Paul Boon - en ook de jonge Van Ostaijen - hun groteske afrekeningen met de menselijke soort publiceerden, werden ze bezield door het heilige vuur van verontwaardiging om de verknechting van het individu door het collectief. Zij braken in hun verbale hoogstandjes een anarchistische lans voor de eigenzinnigheid van elke persoon, hoe marginaal of vertrappeld die ook mocht zijn. Verhulst wou hun litanieën blijkbaar naar de kroon steken maar mist de bezieling. Wat overblijft, zijn de koude kunstjes van een pseudo-revolutionair.(…) Misschien is Verhulst in zijn zelfgekozen kluizenaarschap met vrouw- en poeslief, ver weg van de drukke wereld, domweg te gelukkig om zich nog ergens over op te winden. Dat hij dan daarover schrijft in plaats van zich krampachtig te wentelen in afgezaagde retoriek tegen de zogenaamde vooruitgang.”
(Frank Hellemans in 'Knack' van 08/10/2008)

"'Godverdomse dagen op een godverdomse bol' van Dimitri Verhulst wordt puberaal genoemd, vanwege zijn extreme misantropie en pessimisme. Het bewijst dat wij gewend zijn geraakt aan goed-nieuws-shows. Van 'De laatste show' over 'Mezzo' tot 'Terzake': alles is vrolijk, leuk, gevat, wuft ironisch en voorgeprogrammeerd grappig. Elke nuance wordt bestempeld als 'zuur'. Wij leven met oogkleppen en draaien ons hoofd alleen als we op zoek zijn naar een nieuwe zondebok: Dedecker! Lippens! Milquet! Het is in de cultuursector niet anders. Elk debuut wordt verwelkomd als een godsgeschenk, elke première en elke vernissage is een gelegenheid voor jubel. Oogkleppenmentaliteit."
(Mark Cloostermans in 'De Standaard' van 19/12/2008)

Al mijn hoop is bij deze gevestigd op deze laatste mijnheer: Mark Cloostermans. Hij zal voor het dagblad De Standaard in de jury stoelen. Het in een dicht verleden eigen gedane postje betreffende dit ganse boek en mijn beide middel- en wijsvingers die op die elfden mei, diep weggestoken in mijn broekzakken, elkaar niet zullen loslaten, doen de rest. Hoera voor mijn naïeve ik!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...