
Volgens de samenstellers van deze bundel, Michèle Baudet en Renée Steenbergen, bestaan er twee soorten heimwee: kattenheimwee en hondenheimwee. Katten verlangen terug naar een plek, honden willen terug naar hun baas, naar mensen. Maar er bestaat ook zoiets als dingenheimwee waarin voorwerpen een verloren wereld aanwezig stellen en ons een houvast geven bij het ervaren wie we zijn. Het is hun tastbaarheid die ons zekerheid geeft. Deze bloemlezing wandelt door al deze vormen van heimwee. Wat hebben schrijvers, wetenschappers en kunstenaars met dit verschijnsel in hun werk aangevangen? Dit fantastisch boekje wil een korte ode zijn aan het proza en de poëzie van het heimwee. Onderweg opgefleurd door enkele heel mooie foto's en tekeningen. Ook leesbare wetenschappelijke bijdragen kleuren verschillende bladzijden heimweegroen. Net als één enkel stripverhaal.
Dat deze heimweeverzameling, volgens deze twee dames-samenstellers, gemakkelijk twee keer zo dik had kunnen zijn, geloof ik graag. Maar of dat iets is waarover ik, bij het lezen, heimwee koester? Nee. Ook heimwee dient voorzichtig aangepakt. En daarom vindt de lezer in deze bundel teksten en bijdragen terug van Hendrik Conscience, Herman Gorter, Jeroen Brouwers, Willem Wilmink, Leo Vroman, Judith Herzberg, Ernst Theodor Amadeus Hoffmann, Ovidius, Herman Pleij, Louis Couperus, Karel van de Woestijne, Elmer Schönberger, Hagar Peeters, Hendrik Marsman en zovele anderen.
Een fijn smaakmakertje: "Gedurende de eerste decennia van de negentiende eeuw, het tijdvak van de grote campagnes van Napoleon, bereikte het aantal nostalgiebeschrijvingen binnen de Franse legergeneeskunde een hoogtepunt.(...) De ziekte trad zó veelvuldig op, dat zij werd beschouwd als een van de belangrijkste doodsoorzaken onder jonge dienstplichtigen.(...) Men ging er zoals gezegd van uit dat een obsessie als het aanhoudend verlangen naar huis uiteindelijk moest leiden tot irritatie en beschadiging van verschillende weefsels van het lichaam. Voor artsen die met het bestaan van bacteriën en infectieziekten nog onbekend waren, maakte de ontsteking van verschillende organen, die bij sectie op nostalgiedoden werd gevonden, logischerwijze deel uit van de heimweeziekte zelf: dit waren de organische uitdrukkingen van de gruwelijke mal du pays.(...) Om de ziekte te voorkomen, gaf men gevoelige rekruten niet meer rust dan ze nodig hadden. Ook op andere manieren werd voor afleiding gezorgd. Zo werd het muziekrepertoire van de soldaat door de legerleiding vernieuwd: melancholieke chansons maakten plaats voor opgewekte marsen. Als het heimwee toch toesloeg, leek terugkeer naar huis nog altijd het enige echte geneesmiddel."
En als kolossale pleister op de heimweewonde deze laatste strofe uit het gedicht Heimwee? van Willem Wilmink:
(...)
Heimwee... hoe komt iemand erbij
als hij nog woont in 't huis waar hij
geboren is?
Wat is er dat hem denken doet
Dat iets heel dierbaars al voorgoed
verloren is?
Omdat heimwee universeel en noodzakelijk is, haal je deze hoogstaande keur van de ontheemding vandaag best nog in huis.
Reacties
Prettig we!