Doorgaan naar hoofdcontent

Das Wunder von Leipzig: "Wir sind das Volk!"

"Ik ervoer wel dat het DDR-regime steeds meer in het defensief raakte en dat de partijleiding gedwongen werd om ons steeds meer manoeuvreerruimte toe te staan. Maar zelfs onze protesten verliepen gedisciplineerd. Wat deden de Polen? Ze staakten. Wat deden wij Oost-Duitsers? We werkten braaf tot 17.00 uur en tegen 18.00 uur gingen we in Leipzig demonstreren. De volgende dag togen we weer netjes naar het werk. Geen wonder dat de Polen nog altijd het gevoel hebben dat zij de kastanjes uit het vuur hebben gehaald en dat wij, Oost-Duitsers, met de val van de Berlijnse Muur de mediashow gestolen hebben."
De Duitse schrijver Ingo Schulze, chroniqueur van de recente Duitse geschiedenis én geboren in de voormalige DDR, hekelt in een oud Knack-interview de wereldbefaamde discipline bij Duitsers die zelfs in tijden van revolutionaire regen heel braafjes en doodgewoon, met kaarsen in de handen, door de straten van Leipzig kuierden. Een ietwat overdreven boutade vond ook mijn Oost-Duitse vriend tijdens de herdenkingsplechtigheden afgelopen vrijdag in Leipzig. Het was die dag precies twintig jaar geleden dat de SED, de voormalige Oost-Duitse communistische partij, voor het eerst niet wist hoe te antwoorden op de wekelijkse Leipziger Montagsdemonstrationen. Tja, hoe reageert een mens als plotsklaps 70.000 demonstranten voor je deur staan? De onvermoeibare Italiaanse premier Silvio Berlusconi zou in een dergelijk geval wel weten wat gedaan. In een eerste reactie, na de opheffing van zijn politieke onschendbaarheid, liet 'Il Cavaliere' zich immers het volgende ontvallen: "Wij gaan door! Wij moeten regeren! Leve Italië, leve Berlusconi!"

Reacties

Populaire posts van deze blog

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...