Doorgaan naar hoofdcontent

De voorbije week: gelezen en gehoord (14).


* "Feitelijkheid en waarheid zijn totaal verschillende dingen. Anders zou de telefoongids van Manhattan het boek zijn dat de meeste waarheid bevat. Vier miljoen telefoonnummers, vier miljoen verifieerbare feiten. Maar die vormen bij elkaar nog geen waarheid."

(Knack Focus, 24/03/2010, zotte, veellezende regisseur Werner Herzog - nu in de zalen met 'Bad Lieutenant: Port of Call - New Orleans' - over het onderscheid tussen dat wat echt en dat wat geënsceneerd is.)


* "Uiteraard maak ik in de titel gebruik van de retorische techniek van de provocatie. Een kenmerk van de joods-christelijke traditie is het debat. Die wisselwerking gaat terug tot het Oude Testament en heeft geleid tot de verlichting, het humanisme en de democratie. Provocatie is de meest heldere vorm van het oneens zijn. Onze hele cultuur bestaat daaruit."

(De Standaard, 02/04/2010, de Nederlandse schrijver Benno Barnard doet in een interview veel te veel moeite om uit te leggen waarom zijn lezing over de joods-christelijke traditie, afgelopen woensdagavond aan de Universiteit Antwerpen, zo nodig de titel 'Lang leve God, weg met Allah' moest dragen.)


* "Hij vroeg zich ooit af hoe de kampbeulen in Auschwitz zo ver konden gaan. Zijn conclusie biedt stof tot nadenken: 'Als we de Holocaust en andere genocides nu eens niet zozeer als onmenselijkheid of misdaad of barbaarsheid zouden doodverven, maar in de eerste plaats als onbeleefdheid? Dat klinkt op het eerste gezicht misschien bespottelijk. Maar bedenk dat de uitroeiingskampen niet konden functioneren zonder een voorafgaande systematische vergroving van het personeel.'"

(Knack, 24/03/2010, hoofdredacteur Karl van den Broeck doet beter dan Benno en wijdt zijn volledige opniniestuk aan wijlen Daniël Robberechts en hoezeer zijn stem wordt gemist in het huidige maatschappelijke debat.)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...