Doorgaan naar hoofdcontent

Schrijver Stefan Zweig en generaal Alfred von Schlieffen: de ene misgreep na de andere...

'"Er wordt gezegd dat de Duitsers, als de oorlog uitbreekt, door de Belgische linies willen breken." "Uitgesloten!" zei ik oprecht overtuigd, want in die wereld geloofde je nog in de heiligheid van verdragen. "Als er iets gebeurt, en Frankrijk en Duitsland elkaar tot de laatste man vernietigen, blijven jullie Belgen hier rustig buiten schot!" Maar onze pessimist was niet overtuigd. Als er in België zulke maatregelen werden genomen, dan was daar een reden voor zei hij. Al jaren geleden hadden ze lucht gekregen van een geheim plan van de Duitse generale staf, om bij een aanval op Frankrijk ondanks alle plechtige verdragen via België aan te vallen. Maar ik gaf het ook niet op. Mij leek het volkomen absurd dat terwijl hier tienduizenden Duitsers ontspannen en opgewekt genoten van de gastvrijheid van dit kleine neutrale land, aan de grens een leger klaar zou staan om binnen te vallen. "Aan deze lantaarnpaal hier mogen jullie me ophangen als de Duitsers België binnenvallen!" Ik moet mijn vrienden vandaag nog dankbaar zijn dat ze me later niet aan mijn woord hebben gehouden.'(*)


De Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig, eind juli 1914 in een geanimeerd gesprek met een paar Belgische vrienden, een jonge schilder en de dichter Fernand Crommelynck op een terras in Oostende, was toen nog in het rotsvaste geloof dat België buiten de oorlog zou blijven. Een week later marcheerden de veldgrijzen via het neutrale België naar Parijs. Wat, het Schlieffen-plan indachtig, een veldtocht van tweeënveertig dagen moest worden, werd achteraf een kil, modderig en ondergelopen status quo van zo'n dikke vier jaar. En zo volgde de ene verkeerde inschatting op de andere.

(*) Uit: Zweig, S., De wereld van gisteren: herinneringen van een Europeaan, 1990, Amsterdam, De Arbeiderspers, p. 217.

Reacties

Herwig Candries zei…
nog enkele Duitse misvattingen: Ze hadden niet verwacht dat het Belgisch leger enige ernstige tegenstand zou bieden. Ze hadden gehoopt op wat symbolische tegenstand om het neutraliteitsverdrag te honoreren.Ze waren er ten zeerste over verbaasd dat Groot-Brittanië de inval in België als een casus Belli beschouwde.
Door hun zware represailles tegen de burgerbevolking dachten zij de koning en de legerleiding tot overgave te kunnen dwingen,quod non...

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...