Doorgaan naar hoofdcontent

'Den Amandus', plaats van wielerrust voorbij een Scheldebocht...


Ces nets éveils dans les matins! - Des mantelets,
Des bonnets blancs et des sarraus, par troupelets,
Gagnaient le bourg et son clocher couleur de craie.

Dat plots ontwaken in de vroegte! - Vrouwenmantels,
Witte mutsjes en boerenkielen, steeds in groepjes,
Bereikten de dorpskom en de kerktoren, wit als krijt.

Uit het gedicht 'Zondagmorgen' (1883) van de immer aan Sint-Amands gelinkte dichter Emile Verhaeren is dit de derde strofe. Honderdachtentwintig jaar later schiet er, behalve een brutale Scheldeknik en een doorheen de tijd door de natuurelementen fel aangetaste Sint-Amanduskerk, van al die beweging niet veel meer over. Enkel de groepjes en het vroege ontwaken zijn, in bepaalde middens dan, gebleven. Die vrouwenmantels en boerenkielen en al dat krijtwit, ondertussen vervangen door bonte kleurenstoeten van spannende wielerplunjes rond overbodig, bruggepensioneerd vlees. Met daar dan onderaan goed afgestelde klikpedalen. Voorbij de dorpskom en de kerktoren, op zoek naar wat vloeibare verpozing, achter de bedompte ramen van brasserie 'Den Amandus', in brede streekbierschalen. In Sint-Amands geen lokkende, rode vruchten meer, hoog boven de hagen. En in de klare boomgaarden rond de waterdraai geen wapperend wit wasgoed in de wind maar grote, met Vlaamse bouwheernamen bestickerde, houten plakkaten en dubbele plastic bordjes, als takken aan een boom, met daarop dan 'te koop' en daar dan stickers over met 'reeds verkocht'.
Benieuwd of uit een dergelijk landschap nog poëzie kan spruiten? Ahum...

Reacties

Populaire posts van deze blog

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.

Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de he...

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...