Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit oktober, 2011 tonen

Ook vanuit de kajuit van een stuurman kunnen seizoenen knetteren...

Herfst Langzaam van ver gevolgd door den hond van den hof, Zijn wij de oude wegen zwijgend ingeslagen. Een bleeke herfst verbloedt achter de zwarte hagen; Vrouwen gaan einderlangs, rouwend, in donkre stof. Als in een kloostertuin of kerkerbinnenhof Is de lucht stil en grijs met droefenis beslagen; En ieder gouden blad, wanneer zijn uur geslagen, Gaat, als een souvenir, te gronde, keert tot stof. De stilte sluipt tusschen ons... Harten vol leugen, Elk, moe van reizen en reeds rijp voor vreemd verheugen, Zich vlucht en landing aan een blijdre kust belooft. Maar 't woud heeft, deze avond, zooveel donkre weemoed, Dat ook ons hart, meegaande, milder wordt en meedoet Aan 't fluistren van Weleer, onder den lucht die dooft. Als van een kind dat men betreurt en dood gelooft. J.J. Slauerhoff , uit: Verzamelde gedichten (2008)

Flauwe herfst voortdurend op zoek naar wat wij verbergen aan weerszijden van ons voorhoofd...

Vaak is een lied bedroevend eenvoudig, soms bijna op het lichtvoetige af. Maar vergis je niet: dat aanhoudende geklop op het houten schild van wat wij voordeur noemen, ontsluit in bepaalde gevallen een griezelige wederkerigheid waardoor reeds menig mens de slaap niet vatten kon. Lied Klop, klop. Wie is daar? Opnieuw de Herfst. Wat wil de Herfst? De koelte van je slapen. Ik wil je haar niet geven. Ik wil je haar ontnemen. Klop, klop. Wie is daar? Opnieuw de Herfst. Federico García Lorca , uit: Verzamelde gedichten (2009)

Borstelige schoonheidsplekken als vruchtbare broedplaatsen voor pas ontloken geestelijken...

Eerst een beetje vies, nogal plastisch... tot aan het ontpoppen. Gedaan door vlinders in wording. Zelfs bij in het zwart getooide vliegeraars met geestelijke trekken wordt alles met de mantel der liefde bedekt... God torst brokstukken op zijn rug, zwarte gaten, dichtbehaarde moedervlekken in het haar van zijn moedervlekken nestelen zich larven die zich ontpoppen als novices, monniken, abten, in het zwart geklede vlinders. Risto Oikarinen , uit: Poëzie van dichters uit de hele wereld. Poetry International (2008)

H.H. ter Balkt bezingt, zoals hij zelf ooit liet optekenen, uitsluitend het vertrapte...

Poëzie zal grimmig-humoristisch of helemaal níet zijn. Zeg dat Ter Balkt het gezegd heeft. Aardappelmeelschuim of niet. En verder: lekker aards, dicht tegen de grond, een beetje zoals met Habakuk II de Balker en Foel Aos. Pseudoniemen die, ondanks het zeldzame alles, toch in de mond van de criticus gaan. Wiegelen op de balzaal van gods akker: welke andere ronde plant is hiertoe nog in staat en in welk gedicht? Een bakje patat is bij deze wel het laatste wat wij willen... Aardappelen Platvloerser en toch blijmoediger plant leeft er bijna niet in dit sombere land. De aardappel is zo Hollands: hij danst dom de aardappelmand in en veel later de mond. Het bruin van oude veelgebruikte balzakken en van wel zeer versleten bruiden paart hij aan varkensachtige rondheid, Grootmogoldom de gezichtsuitdrukking van rollende munt. Op de balzaal van gods akker wiegelt hij blij zijn spaarbank heeft hij onder de grond. H.H. ter Balkt , uit: Machines! Maai ons niet, maai de rogge. Bloemlezing uit de gedic...

Maurice en Maurice en de dichterlijke frustratie van een ongewoon lange nazomer...

Het begin van de herfst, 1937. Ergens ten Vlaamsche velde. Twee schrijvende vrienden, Maurice Gilliams en Maurice Roelants, doen een zeldzame, gezamenlijke wandeling. De dikwijls literatuurspuwende voornaamgenoten zijn onder de indruk van de lange nazomer. Zo eentje die de herfst verschillende weken brutaal van zich heen durft te duwen, soms zelfs tot in de eerste dagen van de oktobermaand. Precies zo'n roodhuidenzomer die we ook deze dagen mogen meemaken. In 1937 echter primeerden dichterlijke boven weerkundige zorgen... "Al tien dagen!" "Wat?" "De herfst, Roelie." (Om elkaar niet voortdurend bij de voornaam te moeten noemen, kozen beide vrienden voor een verkinderlijking van hun familienaam: bij 'Roelie' wist Maurice Roelants dat het over hem ging en 'Gilli' deed Maurice Gilliams dan weer opschrikken.) "Waar? Toch niet die happende, gapende warmte in de lucht?" "Een alliteratie, Roelie." "Ik weet het, jong. Ze...