Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit november, 2011 tonen

Over een scheurkalender die niet uitsluitend de dagen voorspelt...

Dat de poëziescheurkalender van Meulenhoff visionaire kwaliteiten heeft, weten bezitters ervan al langer. Daarom kopen ze hem ook ieder jaar opnieuw. Om in 't geniep, een paar weken op voorhand, al eens tussen de flinterdunne dagscheurblaadjes te gaan piepen. Naar wat de scheurder in kwestie, en bij uitbreiding de ganse Belgische bevolking, in de nabije of verre toekomst nu weer eens op de boterham zal krijgen. Van welk soort te verwachten weer tot duiding bij brandend actuele politieke vraagstukken. Voor de orakelblaadjes van Meulenhoff is niks te troebel. Zo scheur ik vandaag het volgende gedicht van de papieren band. Spontaan waan ik me even in de geest van een Belgische formateur die het dezer dagen niet zo onder de markt heeft. De waarachtige mijnwerkerszoon E.D.R. uit het Henegouwse M.! * Nu dan, vandaag dat ik alleen ben en kan zien Met dat vermogen van het hart, te zien Wat ik niet ben, al wat ik niet kan zijn, Wat ik, als ik het was, vergeefs zal zijn, Vandaag, ik z...

De voorbije week: gelezen en gehoord (27).

"U maakt een enorme fout! U draagt een verpletterende verantwoordelijkheid. Wat is dat voor een gedrag? Het is ongelooflijk! Ongelooflijk! Wat dachten jullie? Ik ga naar de koning." (De Morgen, 22/11/2011, p. 3, "Alexander, u maakt een enorme fout") Ware het niet dat de Belgische rente op langjarig staatspapier vandaag door de vijf procent is geschoten, ik zou om bovenstaande gespreksflard moeten lachen. Maar vrees niks! Alleen al omwille van die vijf procent vind ik het daaropvolgende gedrag van bedrijfsman dr. Sober , aan wie de bijtende verwijten hoogstwaarschijnlijk waren gericht, getuigen van een bijzonder gevoel voor cynisme. Waardoor het fragment dan weer koud-hilarisch! Let ook op de aanhalingstekens rond deze krantenberichtzinnen. Doorgaans duiden die op een letterlijke uitspraak van iemand. In dit geval: een koningsdienaar. Bijkomende vraag natuurlijk is hoe de verslaggever in kwestie aan zijn gerief is geraakt? Of deden ze daar bij 'De Morgen' een...

Drie dichters, een onderwijzer en héél veel roet...

Dat de drankzuchtige burgemeesterszoon J.C. Bloem ook een aardig stukje kon dichten, bewijst zijn Officiersschap in de Orde van Oranje-Nassau. Want, zoals algemeen geweten: zo'n titel verdien je niet zomaar. Dientengevolge leest het palmares van deze stugge oud NRC-redacteur dan ook als een volledige Winkler Prins met donkerblauwe omslag: lamlendige, zwijgzame dagen op de achterbank van een automobiel, betaald met grootvaders erfenis. Over één van die heroïsche herfstritjes met collega-schrijvers Jan Slauerhoff en Theun de Vries en onderwijzer Gerben Brouwer schreef die middelste nogal droogjes in zijn herinneringen: "Zo reden daar drie stugge Friezen in de rammelende auto langs ’s Heren nachtelijke wegen, en zeiden, waarschijnlijk alle drie om een andere reden, boe noch ba." Wat de achterbankgezetene J.C. Bloem betrof, nogal wiedes. Die trachtte, met door de koude gebarsten lippen en tranen in de ogen, krampachtig een einde te maken aan een reeds lang ingezet, schots en ...

Een keizer en zijn onder(gang)danen...

Napoleon Bonaparte keert in 1815, in de begindagen van de lente, terug naar Parijs. Na zijn gevangenschap op het eiland Elba onderneemt deze Corsicaanse levende legende een laatste triomftocht in de richting van de Franse hoofdstad, plaats van lelies en witte strikken, symbolen van de zetelende, goede koning: "Een vorst die van maat houden, rust en vrede hield." Alleen al de schaduw van deze naderende, gewelddadige imperator doet de brave Lodewijk XVIII in iets noordelijkere regionen bescherming zoeken. Dat is het aanvangsgegeven van 'De honderd dagen', de twaalfde bij Atlas vertaalde Joseph Roth (1894-1939) op rij. Eindigen doet het boek met de langstdurende neergeschreven sloeptocht, voorbode van een zoveelste verbanning na het debacle van de grote Napoleon bij Waterloo, in de literatuur. Volledig vereenzaamd en niet zonder zijn moeder voor een laatste keer afscheid te hebben gekust, peddelt de ooit zo almachtige keizer in de handen van kapitein Maitland, bevel...

Over een onomkeerbaar vliegje dat terugkeert naar de essentie...

Het hoeven niet altijd de vetste vliegen te zijn die de doorrotte etensresten zomaar voor het bepotelen hebben. Ook kleine, fijne rosse zespotigen durven al eens alleen op een volledige overrijpe banaan te landen. Zo ook de in Duitsland geboren Nederlandse dichter Bernd G. Bevers op onderstaand wondermooi kattebelletje... Ik was het wonderkind maar het wonder bleef uit en het kind verdween in het hoofd van de man. Daar zit het achter zijn krant en leest zich van punt naar punt, van dag naar dag. Verdiept in wereldbeelden, hongertabellen, in memoriams.