Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit juni, 2013 tonen

Zonder al te veel te melden, roddelen batsen waarlijk heel wat af...

"Veel had ik niet gemeen met de Turken uit de buurt. Goed, we kwamen uit hetzelfde land, spraken elkaars taal en roken identiek, maar daar hield het eigenlijk wel mee op. Mijn vriendjes werden elk weekend door hun ouders naar de moskee gestuurd. Dan bleef ik alleen achter in de wijk, zonder iemand om mee te spelen. Als ik Turis vroeg of ik ook lid mocht worden van die club, stak hij zijn middelvinger naar me op met de vraag of ik later misschien imam wilde worden." In een ongepolijste schrijfstijl gooit debutant Özcan Akyol (1984) onomwonden het semi-autobiografische relaas van Eus, zijn voor galg en rad opgroeiende Turkse alter ego, naar de aanvankelijk argeloze lezer. Het Oost-Nederlandse plaatsje Deventer, in deze roman steevast als 'Koekstad' aangeduid, is de troosteloze plek waar de jongen, na broers Mahir en Kosta, als derde kind ter wereld komt. Vader Turis, een werkschuwe bedrieger van de bovenste plank, vult zijn dagen met het scoren van koopjes terwijl ...

Zelfironisch dollend door de puinresten van de Tsjecho-Slowaakse dissidente literatuur...

Als zoon van een overtuigd communist die na de Tsjecho-Slowaakse omwenteling van 1948 partijfunctionaris werd, organiseerde de Tsjechische schrijver en journalist Ludvík Vaculík (1926) als een van de eersten op grote schaal de ondergrondse literatuur. Voortdurend op zoek naar een socialisme met een menselijk gezicht, behoorde hij tot de belangrijkste criticasters van het twintigste-eeuwse Tsjecho-Slowaakse regime in de jaren vijftig. Toen in de jaren zeventig en tachtig manuscripten van collega-dissidenten werden verzameld, vermeerderd en onder vrienden verspreid, vonden ze vaak een stiekeme weg naar buitenlandse uitgeverijen. Een van de vormen van de toenmalige ondergrondse literatuurbeoefening was het zogeheten 'feuilleton', waarbij iemand naar aanleiding van een actuele gebeurtenis één A4’tje vol schreef, om dit vervolgens clandestien te verspreiden. Onder meer door hun formaat konden deze 'feuilletons' in één keer een groot publiek bereiken. Een aantal van Va...

Van omslag tot rugtitel en van verhaallijn tot boekeinde: bij Gerard Walschap is alles altijd héél erg verzorgd!

Bij Walschap gaan zelfs stijfkoppige, gereserveerde en cynische figuren zoals André d’Hertenfeldt, bijgenaamd het Heerken en bovenal gevangene van de eindeloze ambities van zijn directe omgeving, opvallend geruisloos naar de haaien: “Ursule bemerkte het eigenlijk vóór Lucie toen hij een vrouw opraapte met een heer. Zij wees hem op de vergissing maar twee minuten later deed hij het met een aas. Toen zij er het eerste woord over zei, kon hij het spel al niet meet uit elkaar houden, maar het bleek toen dat ze alle drie al het hunne gemerkt hadden. Daar hij zo goed als nooit sprak had de snelle verbijstering van zijn geest kunnen toenemen zonder dat zij het bemerkt hadden. Maar de dokters die zij erbij haalden bekenden dat ze, tijdig gewaarschuwd, even machteloos zouden geweest zijn. Hij zou ongemerkt en pijnloos sterven. Zij noemden dat hersenverdroging maar het is juister te zeggen dat een rijpgeworden vrucht afvalt.” Uit: Walschap, G., Celibaat , 1968 (zesde druk), Antwerpen, O...