Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit mei, 2022 tonen

"Dokters(...) om dichters die zich ongesteld wanen, in behandeling te nemen."

"Probeert U maar eens dagelijks op dezelfde tijd te beginnen te dichten. Zoals er een educatie van de darm bestaat, bestaat er ook een educatie van de inspiratie. Geloof mij vrij, wij zouden in ons land best enige dokters kunnen gebruiken, om dichters die zich ongesteld wanen, in behandeling te nemen."  Zo luidde het laconieke advies van de Maastrichtse dichter Pierre Kemp aan zijn veel jongere dichtersvriend Jan Hanlo . Het is augustus 1954 en Hanlo maakte in een brief aan Kemp, tot groot ongenoegen dus van die laatste, voor de tigste keer melding van zijn 'poëtische dorheid'. Jan Hanlo zelf zou vandaag, samen met zijn waan van ongesteldheid, precies honderdentien geworden zijn. Van harte dus, beste Jan, van harte (en lees ondertussen Wiel Kusters' Kemp-biografie uit 2010)!

Beter en vrijer krijg je 'Respektloser Umgang' van Helga Königsdorf niet vertaald: fijn boekje, fijne hoofdfiguur, fijne schrijfster...

"Ik zie haar voor me in haar zwarte mantelpak met kanten kraagje. Tenger. De forse neus. De vooruitstekende onderlip. De haren strak naar achteren in een knotje. Een vrouw met wie het 'slecht kersen eten' is.(...) O, die ijdelheid! Die grote en ach, zo kleine geesten. Dat geschreeuw om prioriteiten. Die onbedoelde krenkingen. Albert Einstein had haar onze madame Curie genoemd. Allen beschouwden dat als een eer. Zij zweeg. Iemand als Einstein sprak je niet tegen. Maar zij had Lise Meitner willen zijn. Begreep ik dat? Uiteraard."  Neem een Duitse natuurwetenschapper als doodzieke vrouw en haar dagelijkse portie verdovende capsules en je krijgt diverse retourtjes hallucinatie-werkelijkheid. Van gesprekken met de reeds lang overleden joodse atoomfysica Lise Meitner naar een uitvoerig beschreven ziektegeschiedenis in het heden, en terug. Deze dikke honderd door Tinke Davids naar het Nederlands vertaalde pagina's literaire non-fictie van de uit Thüringen afkomstige wisk...

Vervuld van misprijzen voor de banaliteit van de wereld verschanste Huysmans' neurotische Des Esseintes zich in zijn landhuisje in Fontenay...

Hij kon als geen ander onverschillig staren naar buikige, donkergroene bierflessen, koesterde een bijzondere belangstelling voor armoedige krotbloemen die zich pas lekker gingen voelen op de vensterbank van een zolderkamertje en leefde uitsluitend 's nachts omdat hij ervan overtuigd was dat de geest slechts werkelijk geprikkeld werd en opvlamde door de nabijheid van het donker.  Ik heb het over Jean Floressas des Esseintes, hoofdfiguur uit de roman 'À Rebours' (1884) van de fransman Joris-Karl Huysmans , die vandaag, als alter ego van diezelfde Huysmans, precies honderdvijftien jaar onder de bruine kluiten ligt. Vervuld van misprijzen voor de banaliteit van de wereld verschanste de neurotische Des Esseintes zich in zijn landhuisje in Fontenay en bouwde er uiterst zorgvuldig een paradijs van oude boeken, schilderijen, siervoorwerpen, parfums en likeuren. Louter gevoed door zijn verbeelding kon hij op die manier alsnog een opwindend leven leiden. Des Esseintes, een figuur dus...

Grass, Kempowski, Bobrowski en deze Bienek: mannen van dat proza gewijd aan een verloren vaderland...

Behalve voor die befaamde verkleedpartij in het plaatselijke radiostationskantoor aan het begin van de Tweede Wereldoorlog is het Poolse Gliwice (Gleiwitz) ook verantwoordelijk voor leven en werken van de op 7 mei 1930 geboren schrijver en uitgeefredacteur Horst Bienek . Regionale noordelijke varianten van deze Bienek waren Günter Grass, Walter Kempowski en Johannes Bobrowski, ook mannen van dat proza gewijd aan een verloren vaderland. Dat van Horst Bienek, van dit kwartet, waarschijnlijk met de grootste zorg voor esthetiek. 'De eerste polka', 'Septemberlicht', 'Tijd zonder klokken', 'Aarde en vuur': de titels van zijn Gleiwitz-tetralogie, waarvan de Nederlandse variant alweer bijna een halve eeuw oud. Vier boeken waartussen dus de periode van de Duitse inval van Polen op 1 september 1939 tot die laatste oorlogsmaanden en dat gemarcheer van het Rode Leger langs de oostzijde van Duitsland, richting Berlijn: "Alle reden vom Krieg, aber ausser das wir ...