"De essentie van het Lwówiaanse bestaan (...), is die zonderlinge mengeling van verhevenheid en laagheid, slimheid en stupiditeit, poëzie en vulgariteit."
"De essentie van het Lwówiaanse bestaan dat ik hier grofweg probeer te schetsen, is die zonderlinge mengeling van verhevenheid en laagheid, slimheid en stupiditeit, poëzie en vulgariteit. De Lwówiaanse smaak is wrang en doet denken aan de smaak van die bijzondere vrucht die naar het schijnt alleen in de Lwówse wijk Kleparów rijpt en die zure kers wordt genoemd, geen zoete en geen gewone kers. Zure kers. De nostalgie houdt ervan ook de smaak te vervalsen en dwingt ons alleen het zoet van Lwów te proeven. Ik ken echter mensen voor wie Lwów een kelk van bitterheid was."
Bijna tegelijkertijd met dat flinterdunne 'Aardbeien', dat onvoltooide, zonderlinge dingetje van zijn 'Freund meiner Seele', zijn streek- en tijdgenoot Joseph Roth, kwam Van Oorschot onlangs met het fijne geheugenspelletje 'Mijn Lwów' aanzetten. Deze bedrieglijke gelukzaligheid door de Lwówiaanse wonderjaren van ene Józef Wittlin, deze alternatieve stadswandeling door dat koninklijke Lwów van vóór honderd jaar geleden, is verre van wat de schrijver zelf als wat bij elkaar gepende, gemaskeerde eigenliefde bestempelde. Er moet toch íets verstopt hebben gezeten in dat drinkwater dat dagelijks uit de Poltva werd gehaald? Dát dus, en die reeds lang verlaten, dubbelmonarchistische, Galicische inborst voorzekers?
Reacties