Doorgaan naar hoofdcontent

Djoos Utendoale tient le fou avec moi: verzen geschreven in de taal van de volksmens aan weerskanten van de 'schreve'.


Utendoale, uit de vallei of het dal van de West-Vlaamse bergen. Djoos, van Joris. Afkomstig van Westouter: pater Joris Declercq. Troubadours en kleinkunstenaars uit de regio zoals Antoon vander Plaetse, Gerard Vermeersch en Willem Vermandere namen Declercqs verzen in hun repertorium op. Van Boeschepe tot Cassel en van Ieper tot Ekelsbeke, de ganse Westhoek ging aan Utendoales rijmsels kapot. Vlinders zijn er hellekapellen, butterschitters of flikflodders. Averullen, mulders en roenkers worden in gangbaar Nederlands meikevers. Voetelingen, sokken. Nuus, wij. Hadden pendelaars geen files onderweg dan was het volop vroeger thuus komm'n of dan-ze peisden. De poëzie van Djoos Utendoale is geschreven in een bijzonder zingend taaltje: het Westhoeks. Over de invloed van dialecten moeten we, althans pater Joris Declercq, niet al te neerbuigend doen: "En moest Luther de bijbel in het Nederduits vertaald hebben en niet in het Hochdeutsch, de taal van zijn geboortestreek, dan sprak de helft van West-Europa nu Plattduutsch." En dat die typische streekwoorden worden versmacht door nieuwe Vlaamse woorden waar voornamelijk het onderwijs schuld aan heeft, vindt deze Westhoekse geestelijke dan weer niet zo erg want: "Vlamingen moeten tweetalig zijn in eigen land: Nederlands en streektaal. Geen allegaartje van beide door elkaar maar alle twee zo gaaf als het moet." Zo kan brood te kort hebben ook als: "On a du pain trop court." Want ook als het volk Frans spreekt, blijft het essentieel Vlaams. Net als de verzen van Djoos Utendoale zelf. Vertaal en oordeel zelf hoe tante Treze met haar dood ook het dialect mee in het graf nam.

Tante Trezes huzeke...

Tante Trezes huzeke
stoeg doa bie de Warande.
E nestje van gezelligheid,
van goedheid en van hertlikheid
te lânde...

Tante Trezes huzeke
e' mochte êzoö nie bluven...
't E' wos mor eën van plak en stak,
mè stroöi en dunderboare up't dak
en duven...

Tante Trezes huzeke
kwam loater oenger'n hoamer...
O' Tante êkeë up 't kerkhof lei
en mè neur ol neur goedheid mei...
Hoe joamer!

Tante Trezes huzeke
viel biekan' van makangers.
Mo nu is't nie mè kennelik,
Nu is't vernieuwd en... joamerlik
verangerd.

Tante Trezes huzeke
is nu 'fermette' êkomm'n.
De mênsch'n die doa komm'n en goan
zyn vremden die nuus nie verstoan.
En mee ol die gezelligheid
die goedheid en die hertlikheid
is't nu... vor goed... êdoan!


Westhoekse poëzie: een bundel gedichten, proza en spreuken in de taal van de Westhoek, met Nederlandse verklaring en bindteksten / Djoos Utendoale.- Roesbrugge: Schoonaert, 1979.- 167 p.

Reacties

@ngel zei…
Goe gebracht en geschreven, ben op deze site terecht gekomen nadat iemand op een werkje van mij reageerde met het gedichtje
" e vriend is lyk e stekkerdroad"
groeten @ngel
Wim zei…
Beste Arsène,

bedankt voor de blogpost, ik had vorig jaar ook eentje neergeschreven over de kunst van Djoos.

Via een reactie vraagt een lezer mij nu of ze ergens een boek van hem kunnen bestellen, kan jij me eventueel inlichten?

Groeten,

Wim
Beste Wim,

Rommelmarkten, antiquariaten, tweedehandsboekhandels en een uitverkoop bij de lokale bib zullen je, in je speurtocht naar enig geschreven leven van Djoos Utendoale, deel worden. Helaas, doch avontuurlijk.

Houd me alvast op de hoogte!

Arsène
Wim zei…
:-) ik zal het je zeker laten weten, bedankt voor de tips!
Unknown zei…
bij drukkerijj schoonaert in Roesbrugge of het klooster in Haringe
Wim zei…
@dries hartelijk dank :-)

Populaire posts van deze blog

Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten...

"Mijn leven was onloochenbaar leeg en nutteloos, maar zeg nooit tegen de lelie die door regen en wind is geveld: richt je op en bloei als vanouds. Mijn hart bloedde uit een dodelijke wond, maar op een andere manier kon ik niet leven." Gevoelens van gemis, afwijzing en ontgoocheling: stuk voor stuk gaan ze in de Shelley-blender 'Mathilda' geheten. Dat, en het verplengen van tonnen tranen door de in een bad vol sombere gedachten badende ik-figuur uit deze novelle. De tweeëntwintigjarige Mary Shelley snijdt en slaat, zeker vanaf ongeveer driekwart boek, de lezer voortdurend in de armen en om de oren. Autobiografisch, deze tweehonderd jaar oude amoureuze vader-dochterdingetjes door de blik van de jonge Mathilda? Geen idee. In ieder geval is de zelfgekozen eenzaamheid van deze Mathilda van een gans andere orde dan die van pakweg Amy Winehouse . De hoop ooit voor iemand nog genegenheid te kunnen voelen, was bij de betreurde Londense zangeres-met-ook-vaderdingetjes in de mee...

"Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles."

"Eén ding weet ik wel," zei Franny. "Als je een dichter bent laat je iets moois achter. Ik bedoel, het is de bedoeling dat je iets moois achterlaat als je van de bladzijde afgaat en alles. Die lui waar jij het over hebt laten geen enkel mooi ding achter. Het enige dat de iets beteren misschien doen is min of meer binnen in je hoofd kruipen en daar iets achterlaten, maar enkel en alleen omdat ze dat doen, enkel en alleen omdat ze weten hoe ze iets moeten achterlaten hoeft dat nog geen gedicht te zijn. Het kan best zo zijn dat het niet meer is dan een of ander hoogst intrigerend grammaticaal uitwerpsel - excuseer mijn woordkeus."  Net zoals bij de Vlaamse schrijver Paul Brondeel is bij deze Franny die 'r' er eigenlijk te veel aan. Om nog maar te zwijgen over wat Nabokov, die beginregels van zijn 'Lolita' indachtig, tong- en keelklankgewijs met die dubbele 'o' uit Zooey zou aanvangen. Feit is dat deze J.D. Salinger vandaag precies vijftien jaa...