De Tsjechische schrijver Michal Viewegh (1962), wiens huwelijk goed was voor een plek in de landelijke tabloids, is zo’n auteur waarmee de verzamelde Tsjechische literaire kritiek zich geen raad weet. Hoewel de meeste van zijn boeken onder meer door geraffineerde marketingcampagnes een patent hebben op het merk ‘bestseller’ (en daarom snel de weg vinden naar de schrijftafels van buitenlandse vertalers), is er met het werk van Viewegh nog iets anders aan de hand. In de meeste van zijn toegankelijk geschreven boeken heeft de man het immers met sympathie over de grote, zwijgende massa die zich tijdens de ‘normalisering’, kort voor en na de Tsjechoslowaakse Fluwelen Revolutie van 1989, weinig afzette tegen het totalitaire regime. Hierdoor wordt Viewegh door critici steevast omschreven als iemand die "een weinig vrolijke tijd met een vrolijke blik beschouwt." In de wetenschap dat de maatschappelijke gebeurtenissen in het Tsjechoslowakije van de jaren tachtig, naast veertig jaar ...