Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit maart, 2010 tonen

"In hoeveel sigarenwinkels ben ik reeds gevlucht, toen ik van verre zulk een 'vriend' met de ondervraging op 't gezicht naar mij toe zag komen!"

De feuilletonreeks in het dagblad 'De Telegraaf', waarin Cyriel Buysse zijn doorheen het Frans-Vlaamse frontgebied in het najaar van 1916 gemaakte reis optekende, deed uitgever Van Dishoeck in 1917 al snel aan een uitgave in boekvorm denken. En geef die dekselse Van Dishoeck, God hebbe zijn ziel, eens ongelijk! De titel ‘Van een verloren zomer' bundelt, naast Buysses oorlogsbelevenissen, ook een aantal indrukken uit Londen - met een bezoek aan het atelier van schildersvriend Emile Claus - en een woordje uitleg achter de werking van het Londense boekeninitiatief ‘Het Boek van den Soldaat’, waarvan deze Nevelaar de secretaris van de Haagse afdeling was. En dat Cyriel Buysse nogal onder de indruk moet geweest zijn van zijn periode als fronttoerist doet hij op het einde van dit mooie boekje, bij zijn thuiskomst in Den Haag, in de hem zo eigengereide stijl van de pen. "Wie van uit een der oorlogvoerende landen, en vooral van een der fronten, in Holland terugkeert, wordt ui...

"Ma 'k bolle, Carolus Ludovicus?"

Zit een mens tot stukken in de nacht te proefschriften over de betekenis van de term 'activisme' tijdens en na de Eerste Wereldoorlog, om daarna digitale televisiegewijs opnieuw weg te zakken naar nog een ander heroïsch verleden - dat van de kasseien op de Vlaamse en Noord-Franse wegen en van bonkende fietsers daar boven op - beeldgegoten in de eenvoudige, van pure wieleranekdotiek doordrongen Canvasreeks 'De Flandriens' , vindt diezelfde mens - nu in de gedaante van een ware nachtuil - toch ook nog wel enig verband zeker? Jaja, het zal verzekerst wel aan de streek liggen en in 't koppeke zitten... "Tot in Frankrijk werd de term 'activisme' gebruikt, als we de in 1942 verschenen sportklassieker Het Rijke Vlaamsche Wielerleven van de legendarische journalist-annex-ploegleider-organisator Karel van Wijnendaele mogen geloven. In een passage over de Zesdaagsen van kort na de Eerste Wereldoorlog, schrijft deze radicale flamingant over zijn Flandriens : ...

De Bib. Het leven van A tot Z? Maak dat Mijnheer Ferdinand maar eens wijs!

"Mijnheer Ferdinand is buiten adem. Hij heeft het warm. Zijn haren plakken tegen zijn hoofd. Hij kijkt om zich heen. Huizen, winkels, mensen, bussen. En plotseling: bibliotheek. Daar moet ik zijn, denkt hij. Ik moet eerst weten wat ik zoek. De mevrouw van de inlichtingen kijkt ernstig. Ik zoek iets, zegt Mijnheer Ferdinand. Een boek? Zoekt u een boek? Het tikken van het potlood op de tafel maakt Mijnheer Ferdinand zenuwachtig. Nee. Misschien. Ik weet het niet. Ik ben op zoek naar iets wat ik kwijt ben. Een klein koud druppeltje rolt in zijn kraag. Wat zoekt u precies, mijnheer? Dat weet ik niet, zegt Mijnheer Ferdinand, dat is nou net het probleem. De mevrouw van de inlichtingen heeft geen zin om Mijnheer Ferdinand te helpen. U moet maar eens rondkijken in de bibliotheek, zegt ze. De hele wereld zit in dit gebouw. Zowel geschiedenis als aardrijkskunde als werktuigkunde als biologie en als het daar niet tussen zit, is er nog de afdeling wiskunde, Franse literatuur, Engelse literat...

"En dan ontdekte ik, dat ook zij droevig eenzaam waren, en alleen hun saamhorigheid voor hen de redding was."

Van de weekhartige Aalstenaar Franz de Backer is het wondermooie boekje 'Longinus en andere verhalen'. Van de jonge Aalsterse literaire uitgeverij het balanseer was gisterenavond de uitgelezen, liefdevolle herinnering aan de betreurde Brusselse schrijver Daniël Robberechts . Tweemaal dank en dubbel handgeklap! "Ik beminde al die jonge mannen. Daar was veel te doen voor hen. Niet enkel al het materiële, waarvan zij zo hielden, vergde toewijding. Men moest ze kennen, elk afzonderlijk, het uniforme losbolsteren, spreken met hen over henzelf, hun thuis, hun schuchtere, verre wensen. Een paar ongeletterden leerde ik lezen, zonder dat men het wist. 'k Schreef brieven voor hen en anderen. En toen ze met verlof gingen voelde ik het trillend medelijden voor hun ontwaken, een zo korte poos, tot het gewone leven, verbeeldde me hun grijpen, met beide armen, naar iets anders dan de dood, naar iets levend, warm, dat buiten de oorlog stond, - en die miserie: een wezen dat zich aan ...

Over de alsmaar durende verveling achter het front en de theedrinkende kantonnementshond...

“Als de hond van het kantonnement een rok droeg en enige conversatie had, schreef Deauville in oktober 1917, welnu dan zouden we thee gaan drinken met de hond van het kantonnement, zó greep het heersende niets hem naar de keel, en de wanhoop van jonge levens die in deze druilerige uithoek in basso continuo vergleden.” Uit: De Schaepdrijver , S., De Groote Oorlog: het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog, 5e druk, 1999, Olympus, Amsterdam, p. 206.

"Wat zien al die krijgsmannen er gezond, goed gevoed en krachtig uit in hun warme kloeke kaki-uniformen!"

"De keizer, Geeft het kruis van IJser, Aan den IJser, En de IJser, Is het kruis van den keizer." In het najaar van 1914 laat koning Albert ongeveer één miljoen sigaren vervaardigen. Voor zijn jongens aan het IJzerfront. Zo krijgt elke Belgische soldaat een kistje met van die bruin gerolde heerlijkheden - althans als de soldaat in kwestie de sigaar eerst ontvlamt - met het woord 'IJser' er op. Om de Feldgrauen aan de andere zijde van de IJzer een beetje te koeioneren, verzinden de Belgische soldaten bovenstaand versje. Zo doet de toen achtenzeventigjarige Gentse schrijfster Virginie Loveling - op de foto aan de linkerelleboog van sip kijkend zusje Rosalie en (iets minder relevant) mét voorouderlijk Duits bloed in haar kranige aderen - op donderdag éénendertig december 1914 het in haar oorlogsdagboek van de hand. Ongeveer vier jaar later, kort voor het einde van haar en ieders moe gestreden Groote Oorlog, schrijft ze in datzelfde dagboek in volle berusting: "Geno...

"Ik bid ook, en God antwoordt mij. Hij weet dat ik nogal roekeloos en obsessief ben. Zonder God was ik verloren."

Niet al te bescheiden - op het randje af van véél te véél pose - maar o zo Amerikaans en volgens kennersgeruchten met een alsmaar beter in misdaad glijdende pen, dames en heren, de zwartst schrijvende onder de blanke Amerikanen: James Ellroy. Het bovengekleefde beeldfragment is er ééntje uit 'The Tonight Show with Conan O'Brien' en hieronder gooi ik enkele tekstflarden uit een gesprek dat Knack enkele weken geleden had met deze schrijvende zonderling: "Wie Hoover echt was, weet ik niet. Wel wat er allemaal over hem verteld wordt. Hij haatte zwarten, wantrouwde Martin Luther King, was homoseksueel, travestiet, en deed het met zijn adjunct. En er waren banden met de maffia. Van zijn bewogen seksleven geloof ik niets, ik denk dat hij nóóit seks heeft gehad. Niet met mannen, niet met vrouwen, niet met dieren. Hij was veel te lelijk. Er waren ook geruchten dat hij zwart bloed had. Nog eens: mijn personages vertellen gewoon wat ze weten van horen zeggen. [Boordevol nuance....