Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit november, 2010 tonen

"Een echt kunstenaar kan nooit genoeg worden gecompenseerd voor wat hij belangeloos geeft."

Nog tot 30/01/2011 in de oude biercatacomben van het Brusselse Wiels : de belangeloze Francis Alÿs met zijn aanlokkelijk verhaal van misleiding. Graag het woord aan Jef Lambrecht die ter plaatse was. Van tussen wolkenkrabbers van kolommen in dagbladstad De Morgen gaf hij afgelopen vrijdag een verklaring voor dit zeldzame kunstverschijnsel. Verlangend naar rechtstreekse interventies van televisiereporters voor de deuren van hedendaagse kunstencentra zou dit dan als volgt geklonken hebben... Bavo: "Jef? Wat denk jij over de situatie Francis Alÿs? Is die nu onder controle?" Jef: "Wel, Bavo. Grootmoedigheid is wat Alÿs’ poëzie onweerstaanbaar maakt, maar zijn grootmoedigheid buigt niet. Ze is van een hoge esthetische gevoeligheid, betracht perfectie maar geen virtuositeit, en ze drukt de toeschouwer met de neus op de feiten. De poëzie, de balans van beeld en boodschap, de dans van onthullen en verbergen, behoeden Alÿs voor de valkuilen waarmee de politieke kunst helaas i...

Corry Hancké vergeet in haar Walt Disney-metafoor per abuis Bloosje. Of moet die de Nederlandse kiezer voorstellen?

"Grumpie stoeide als baas graag met vrouwelijke ondergeschikten, Niezel lichtte de klanten van zijn internetdatingsite op, Stoetel mat zich in zijn curriculum vitae een directiezetel aan en Doc veranderde de cijfertjes op de vrachtbrieven van zijn bedrijf. Noest werkende dwergen, die jarenlang tussen de donkere mijn en hun vuile huisje pendelden voordat de prinses hun leven op orde kwam stellen. Toen ze beseften hoe Sneeuwwitje hun leven kleur gaf, beloofden ze eeuwige trouw. En ze verzwegen aan de prinses dat Dommel heroïneverslaafd was en Giechel 's avonds stiekem haar behaatjes paste. Want anders zou het nogal stuiven in het kleine huisje in het bos. En de prinses was een beetje naïef. Opgegroeid in een kasteel ver weg van de kleine lui, besefte ze niet welk vlees ze in de kuip had.(...) En ondertussen veegt en poetst de prinses om de gevel van het huisje schoon te houden en ze hoopt dat er zich spontaan nieuwe dwergen zullen aanmelden om het almaar zwaardere werk in de mij...

"Trop flamand!" schreeuwde de geliefde kasteelheer vanonder zijn maliënkolder in de richting van de ijlbode...

Over piot-scheidsman Johan Vande Lanotte berichtte een krant vandaag op haar voorpagina: "De bemiddelaar bevindt zich in een niemandsland. Het is wachten op de eerste die schiet en met welk kaliber dat gebeurt." En daarmee zijn we terug in volle Groote Oorlog. Of nee, nog verder terug in de tijd, tot aan het einde van de elfde eeuw, toen de eerste kruisvaarders richting Jeruzalem trokken. Althans datzelfde krantenartikel: "Na 34 dagen werk in stilte bezorgde Vande Lanotte de zeven partijen (socialisten, christendemocraten, groenen en N-VA) gisteren zijn voorstellen per drager."

Virginie Loveling kon zowel kakelen als scharrelen als een kip...

"Helaas! Vlaamschgezindheid, waar was die te vinden dan bij velen der leiders zelven, die in hun onmiddellijke omgeving zelve fransch-propaganda bevorderden gansch in tegenspraak met hun klaroengeschal op meetings en politieke bijeenkomsten. Hoe jammer het moge wezen, naar mijn bescheiden mening is ons volk door en door franskiljon, niet alleen de hooge standen, niet alleen de kleine en rijke burgerij; maar de arbeidersklas in ’t algemeen: Fransch kennen verwarren ze met geleerdheid; een andere beschaving dan degene door de Fransche taal begrijpen ze niet." Virginie Loveling, tweede van links op de foto en jongste zus van Cyriel Buysses mama, deed op maandag 17 september 1917 in haar oorlogsdagboek een giftige uitval naar de volkstribunen die wel Vlaams brulden maar dinertjes organiseerden waar het Vlaams gebannen was, tegen het soort flaminganten dat zelf zou moeten vervlaamst worden. Ook toen werd op de hoogste politieke schavotten slechts zelden het achterste van de Vlaams...

Camille Huysmans kon zowel kraaien als pikken als een haan...

Van de Vlaamse medewerkingsbereidheid met de Duitse bezetter tijdens de Eerste Wereldoorlog had de Vlaamse socialistische eeuwige volksvertegenwoordiger Jan Joseph Camille Huysmans geen al te hoge pet op. Als doctor in de Germaanse filologie zette hij deze afkeer bovendien op de vijver van de opsomming zonder rijm: "Onderpastoors. Onderwijzers. Studenten. Jeugdelijk romantisme. Filologische dorpspolitiek. Revolutie in een wijwatervat. Vrees voor de Franse democratie. Het activisme staat buiten de werkelijkheid."

Een klein, eenvoudig gezin alstublieft. Moet dat gesneden zijn?

Bij gebrek aan eigen familie vraagt een mens zich, met de regelmaat van een te verschonen luier, af hoe het er elders, in al die andere vreedzame gezinnen, aan toe zou gaan. En dan eindigt hij zoals altijd middenin een poëziebundel waar het antwoord meestal met zwarte letters van het type Garamond in wit papier staat geslagen. Haast je, nu het nog kan, kruip er gewoon bij: een eenvoudig gezin, in verzen... Het gezin Vader, moeder, hun eenvoudig leven. Vingers om het mes, de smakeloze plicht. Zijn kaken malen vreedzaam. Kouwe kip. Haar lichaam heeft niets mee te delen tenzij: dat zij met elkaar een tafel delen zonder brekend glas en zonder gif. Het kind scheurt een toevallig moordbericht uit oude kranten, inkt in sombere vegen als een teken op zijn wang. Want alles kan in een eenvoudig leven: vader, moeder, mes geslepen, en een kind uit zelfbedwang. Charles Ducal , uit: Het huwelijk (1987)

Een boek en dan stilletjes de nacht in, op weg naar Wapenstilstand...

Of er gelezen werd aan het front? Voorzekers. Soms hield de leeskoorts een onbekende briefschrijver-soldaat zelfs de ganse nacht uit zijn slaap. Enkel om de trekken van het vrouwelijke hoofdpersonage uit zijn anti-slaapmiddel. En zijn vrouw moest het ding eigenlijk als eerste lezen en daarna pas zijn makkers. Met wie hij toch niet al te hoog opliep. Voorlezen? Vooruit dan maar. In een van de duizenden boekenaanvragen aan het Londense secretariaat van het boekeninitiatief Het Boek van den Belgischen Soldaat ging het immers als volgt: "Waarde Weldoeners, Met veel moed wachtte ik reeds tegen dat een leesboekje voor mij aankwam, en ja, gister had ik het geluk een te mogen ontvangen. Welk schoone lezing, ’t is toch zoo spijtig, dat het een zoo kleintje is, een gansche nacht bleef ik wakker ten einde er den inhoud van te weten. Ik zie de trekken van dat meisje vóór mijn oogen, ook hebben mijn makkers reeds gevraagd om het te mogen lezen, maar na hun zal ik het zorgvuldig bewaren en door...

Sinds jaar en dag het meest doeltreffende Whitman-concept: Demis Roussos.

I heard what was said of the universe, Heard it and heard of several thousand years; It is middling well as far as it goes... but is that all? Ik heb gehoord wat ze zeggen over het universum, Heb het gehoord en hoorde iets over duizenden jaren; Dat is allemaal wel leuk een aardig... maar is dat alles? Walt Whitman , uit: Grasbladen (2005)

Koningen imponeren enkel door rijzige verschijningen.

Gisteren zag ik twee belhamels achter een rijdende tram lopen. Daar de volgende stop nogal veraf was, vond ik al dat pubergeloop voor niks nodig. Een tikkeltje overdreven zelfs. Tot ik in de mot kreeg wat die kleinmannen werkelijk van plan waren. Plotsklaps... hupsakee, wonderbaarlijk kleefden ze daar, als twee vliegen op een bananenrest, aan de achterbumper van het wormachtige publieke transportmiddel. Zwartrijden, maar dan zonder het comfort van een grijze passagierszetel binnenin. En in de verte hoorde ik die twee lachen met mijn eigenste velo-geploeter. Openbaar vervoer en dodenmaand deden me, daar zo gezeten en gereden aan de bovenzijde van mijn stalen ros, bij Antoni Gaudi belanden. Of iets dichter bij de deur: de goedlachse poëet Emile Verhaeren . Hadden beide heerschappen immers zelf niet ooit iets gevaarlijks gedaan met het openbaar transport? Eerder iets onoplettends dan iets bewust uitgekozen, puur voor de kick? De eerste liep er onder en de tweede greep ernaast. Ik dacht ze...