Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit februari, 2011 tonen

"Wat Tieltsch is, vielsch is."

Terwijl de halve redactie van Uitgeverij Lannoo na een opdracht van Roularta gewoonlijk aan een diepe middagdut begint, veroorzaken de grafici van Studio Lannoo, als reactie op hun tukkende collega's in de warme redactielokalen, meestal misselijkmakende lelijke boekcovers. Getuige daarvan: de gotische, goudgele letters op de zwarte boekomslag van het eerste deel van de geschiedenis van Vlaanderen, een vierdelige box in opdracht van de mannen op de etage boven die van Rik Van Cauwelaert, de hangende Sjah in de pluchen fauteuils van de Kanaal Z-studio's. Over het algemeen lezen mensen wat in boeken staat afgedrukt. Gelukkig maar. Alhoewel? Welke uitgever vertelde onlangs nog dat hij aan het zindelijke gevolg van zijn product, de tientallen intieme leesuren op de billen van de lezer, heel veel belang hechtte en daarom het volledige boek, inclusief omslag en letterzetting, als iets exclusief en kostbaar zag? Was dat niet ene H.P. uit het noorden van A.? Cover opengeslagen... erge...

"maar alles is te dragen/als..."

Met deze afsluitende regels uit 'Gelukkig als de goden' trapt Sapfo van Lesbos de erotische mix van poëzie en tijdreizen van het uitmuntende samenstellersduo Stassijns en Van Strijtem af. Door gebrek aan goden geen Nederlandstalige dichters in deze bloemlezing. Terecht. Want hoe goddelijker, hoe beestachtiger zoals Stassijns het in zijn inleiding zelf formuleert. Onze Noordzeelucht heeft nagenoeg nooit veel dichtende goden voortgebracht, laat staan beesten. Bloemlezers daarentegen ten overvloede. Rijkelijk bediend Noordzeegat! Waar erotiek en poëzie samen achter zitten aan te schuiven om beurtelings des lezers geest soms zachtaardig, regelmatig brutaal, te penetreren. U leest het al, van erotiek en metaforen heeft ieder beginnend schrijver wel de pen vol. Al het plezier en het verlangen worden terstond uit hun ketenen bevrijd, deuren en vensters wagenwijd open, kamers gevuld met geuren van pas gesnoeide gazonnen en in elkaar verstrengelde lichtgevende lichamen. Lang leve blo...

De voorbije week: gelezen en gehoord (25).

* "Het valt te vermoeden dat dat meer pathetiek dan werkelijkheid is geweest. Je moet tenslotte geen Molière kunnen citeren om te functioneren in een loopgraaf en ik geloof ook niet dat de Vlaamse rekruten van toen dom waren. Maar het verhaal is wel sterk en maakt de cultuur van achteruitstelling voor iedereen duidelijk. Onze held is gesneuveld omdat hij niet wist dat hij zijn kop moest intrekken! Onderschat niet wat zoiets losmaakt." (Knack Extra, 02/02/2011, Vlaams historicus Bruno De Wever over de mythe van de Franstalige Belgische legerleiding die tijdens de Eerste Wereldoorlog door onverstaanbare bevelen Vlaamse piotten massaal de dood injoeg.) * "In de kerk zit ik naast tante Henriette. Haar lippen prevelen geen gebeden en de mensen zouden kunnen denken dat zij sliep. Doch bij pozen, als de wind langs de ramen zoeft, en er worden nadien als kleine stukjes glas tegen de ruiten gestrooid, dan zie ik haar een schuwe blik om zich heen werpen. Ik doe onvoorziens een be...

Marcel evoceert Vincents kleurrijke schilderdingen tot een lezersportret van de kunstenaar als gekwelde geest.

Dat een beeldend kunstenaar veeltijds een geoefend kijker is, zeker van beeldende kunst omdat hij/zij er zelf al eens een verfpotje heeft op opengebroken, getuigt de Van Gogh-cyclus, opgenomen in Marcel Obiaks eeuwig eind. De gewezen kunstdocent, Obiak welteverstaan, ging uren naar Van Goghs doeken zitten staren en besloot er, nu we dan toch in de verfpotten hangen, zijn laatste dichtbundel mee aan te dikken. En dit op een zodanige manier dat je Obiak ervan zou kunnen beschuldigen nog les te hebben gegeven aan dienen Hollandschen roschen. Tot zijn leerling in woede uitbarstte en de deuren van Obiaks schildersatelier voorgoed achter zich dichttrok, richting onderaan de kaart van Europa. Vincent van Gogh (13) Even nog een venstertje geel, een amen van aloud zilver op de leien van de kerk, en Saint-Rémy rust in orde en burgerzin. Ik kan me haast niet staande houden, mijn hoofd neigt mee te draaien met de helix van bedronken planeten, nu de waanzin binnenin cipressen raast. Wenteling, waar...

De vrouw: verstandelijk doch genotziek wezen!

"Zelf van geringe afkomst, hield ik van de gewone man of wat men noemt de simpele klasse." Zo verwoordde de Deense letterkundige Søren Kierkegaard in 1848 zijn standpunt tegenover zijn literaire werkzaamheden. Zijn diep religieuze vader kreeg, uit een huwelijk met een dienstmeisje, zeven kinderen waarvan er vijf stierven. Slechts twee overleefden: de geesteszieke Peter Christian, die later bisschop werd, en Søren, de denker van de innerlijkheid. Beide zonen moesten, als straf van God over de familie en volgens papa's zwaarmoedige religieuze gedachten, vóór hun drieëndertigste zien te sterven. Allebei beslisten ze daar anders over. Daar de jonge begaafde Søren niet wist hoe hij zijn groeiende geestelijke kracht in toom diende te houden, onttrok de wanhopige jongeling zich in 1836 aan het christendom, liet hij zich daarna gaan in allerlei zelfmoordgedachten en combineerde die tenslotte met een liederlijk leven. Toen in 1838 zijn vader stierf, werd diens zwaarmoedige geest ...