Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit maart, 2011 tonen

Eco's conférence schopte Banville linea recta in het Krauss.

Dat John Banville , één van de grootste nog levende Ierse schrijvers en meester-afkijker bij Vladimir Nabokov, beter schrijft dan vragen beantwoordt, getuigt onderstaand fragment waarin hij net het tegendeel bewijst van wat hij zelf beweert te zijn, een grenzensteller aan eigen verrassingen: "Ik verras mezelf al schrijvend nu meer dan vroeger. Ik laat de teugels los, laat dingen gebeuren. Achteraf begrijp ik soms niet wat ik geschreven heb. Op stilistisch en talig vlak ben ik dan weer meer gecontroleerd dan vroeger. Ik gebruik minder metaforen. Als je preciezer schrijft, moet je minder beroep doen op 'als'. Er is wel een grens aan de mate waarin ik mezelf verras. Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat al mijn personages versies zijn van mezelf, ook de vrouwelijke. Meer nog, de vrouwen in mijn boeken lijken meer op mij dan de mannen." Over de onnoemelijke saaiheid van hedendaagse schrijvers geschreven. Nicole Krauss , bestsellerauteur, New Yorkse en halve beddenbak v...

"Op de keper beschouwd, zijn we allemaal erfgoedbewaarders."

Volgens Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege is het wezen van een museum dat van een standplaats voor kunstwerken of, zichzelf een positie zoekend in een samenleving in verandering, dat van een herberg voor dorstige bezoekers. De eerste vaststelling lijkt me, in al haar beperktheid, nogal statisch als je bedenkt dat een museumcollectie slechts leeft bij de gratie van haar toeschouwers. De tweede omschrijving daarentegen schijnt me zo te zijn weggeplukt uit de aan het papier toevertrouwde missie achter het vaak drukbezochte café horend bij datzelfde museum. In haar voorwoord bij ‘Met nieuwsgierige blik : collectievorming & aankoopbeleid in Vlaanderen’ gaat de excellentie onmiddellijk daarna verder door te wijzen op de collectie als de onvoorwaardelijke essentie van een museum. Op die manier geeft de minister in kwestie op haar beurt de definitieve aftrap voor een heerlijk vormgegeven en uitermate leesbaar boek boordevol verhelderende denkbeelden en drij...

Over dictaturen en haar hekeldichters: een reis door de tijd.

In mei 1934 liep de geheimzinnige jongling, waarover sprake in mijn voorgaande blogpost, al geruime poos in zijn veertiger jaren te paraderen. Naar aanleiding van zijn hekeldicht op Stalin, oorspronkelijk voorgelezen aan een klein groepje vrienden en bekenden onder wie zich een verrader bevond, werd hij veroordeeld tot drie jaar verbanning in Tsjerdyn, een plaatsje in de Oeral. Geestelijk en lichamelijk ging de dichter van toen af aan zienderogen achteruit. Zelf vatte hij deze periode al spottend als volgt samen: "Alleen bij ons hebben ze respect voor poëzie, alleen bij ons kun je er de doodstraf voor krijgen." Kort daarna dreven waanvoorstellingen en een mislukte val uit een ziekenhuisraam hem in handen van menige zelfmoordgedachte. Dankzij een stevig woordje van Sovjet-econoom Nikolaj Boecharin en schrijver Boris Pasternak werd 's mans tuchtmaatregel op persoonlijk bevel van het onderwerp uit zijn hekeldicht uiteindelijk ietwat versoepeld: de dichter mocht zijn plaats v...

"Moeder schepte plezier in de wortels en klanken van de Groot-Russische taal, verarmd als die was door de clichés van intellectuelen."

't Geluid, voorzichtig en gedempt, van een gevallen boomvrucht die diep in het bos de melodie van stilte even overstemt... Er lopen vandaag niet zoveel zeventienjarigen rond die het deze in Warschau geboren opgejaagde verze(ts)(n)held zouden nadoen: bijna aan het einde van de puberteit een vierregelig naar haiku ruikend gedicht schrijven dat bovendien zoveel geluid ontwaart als je eigen, nog verdere en vol ongeluk geborduurde te lopen levenswandel. In het geval levenswandelingen geborduurd kunnen worden: volgende keer meer omtrent deze mysterieuze, bovengetalenteerde jongling...