Boedapest, Boedapest en nog eens Boedapest. 31 maart 2016, vandaag is Imre, als in een wiegeliedje voor een pasgestorvene. Voor deze beginlijnen uit 'Het fiasco', in 1999 nog door de tekstverwerker van vaste vertaler Henry Kammer, van de schrijvende Holocaustoverlever Kertész heb ik gerust een zoveelste Buffalo-oplawaai op het veld van Genk veil: "De oude stond voor de archiefkast en dacht na. Het was ochtend. (Min of meer, want het liep al tegen tienen.) Op dat uur van de dag dacht de oude altijd na. De oude had veel zorgen en verdriet, hij had dus alle reden om na te denken. Hij dacht echter niet na over datgene waarover hij zou moeten nadenken. Waarover hij nadacht, weten we niet precies. Je kon alleen aan hem zien dát hij nadacht, maar waarover was onduidelijk. Misschien dacht hij wel helemaal niet na. Dit laatste is echter onwaarschijnlijk, het was namelijk ochtend (min of meer, want het liep al tegen tienen) en hij was gewend op dat uur van de dag na te denken. De ...