Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit oktober, 2009 tonen

O de kofferruimte! de kofferruimte! de kofferruimte!

30 october O de bladeren! de bladeren! de bladeren! Wat liggen ze nu overal, dik, in volle vrachten, op den grond! De mooie, rijke tooisels, het geel, het bruin, het rood, haast alles is weggerukt en weggewaaid en zoveel bomen staan gans kaal, als in schreiende armoede. Het was zo mooi, dat laatste, gloedvol leven van de bladeren! 't Was of hun groene sappen langzaam aan in bloed veranderden, in rood, zwaar, forsig bloed, in ál hun bloed gloeiend van kracht en leven. Dat leek zo. Maar 't was de glans des doods, die hen zo prachtig kleurde. En toen die laatste gloed was uitgevonkt waren de bladeren niets meer dan doffe, bruine lappen, dor en getaand als leer, die weldra dood ten gronde vielen. Dood? Toch niet. Zij liggen nu rondom de stammen en zullen vergaan; maar met hun overblijfsel wordt de grond gevoed, waaruit het volgend jaar weer nieuwe frisse bladeren zullen ontluiken. Zo is het jaarlijks komen en gaan, het leven, sterven en opnieuw geboren worden van de schone, rijke b...

Smoske Nolens mét bacon...

In een reeds lang vervlogen roes van persoonlijke financiële voorspoed schafte ik me ooit de bundel Laat alle deuren op een kier van de Vlaamse dichter Leonard Nolens aan. In deze dikke verzameling vaak halfwitte bladzijden komen alle veertien tussen 1975 en 2003 verschenen titels van de veel gelauwerde dichtende en dagboekschrijvende Breeënaar aan bod. Hoofdbrok achter de door deze Vlaamse bard met dichtregels opgetrokken muren: inleving die via twijfel op gladde poëzierails richting herkenning tuft. Bovendien klimt Leonard Nolens, dankzij de recente publicatie van een nieuw geboren dikkerdje dagboekaantekeningen , de laatste weken terug wat vaker het literaire podium op. En da's natuurlijk altijd fijn. De luie versjessnoepers en de met 's mans dichterschap weinig vertrouwden - bestaan die überhaupt?? - schenk ik één van zijn ritmische dansgedichten uit de nu al zes jaar oude dichtbundel, Derwisj geheten... Francis Bacon 3 Je hebt me dus toch in de vingers. Mijn koppijn is e...

Das weisse Band: eine deutsche Kindergeschichte.

Loop op een namiddagje eens langzaam tussen de oude grafzerken op het plaatselijke kerkhof en kijk daarbij maar goed naar de soms half van de grafstenen losgekomen zwart-witportretten van de reeds lang overledenen, ga daarna smakelijk op de taart bij grootmoeder en vraag haar naar de jeugdherinneringen die oma's ouders met zich meesleepten en haar dan ook dikwijls - bij wijze van waarschuwing - 's avonds vlak voor het instoppen vertelden. Tegen het invallende schemerdonker huppel je dan ergens in de stad een cinemazaaltje binnen en verzeker je jezelf van een kaartje en een plaatsje voor de laatste prent van alweer zo'n rare Oostenrijker: Michael Haneke. De portretten van op de kerkhoofse zerken en de overgebleven ouderverhalen van grootmama komen dan voor zo'n tweeënhalf uur uiterst zorgvuldig tot leven. En dit in een decor waar ieder gemiddeld Vlaams dorpje van toen wordt vervangen door het Noord-Duitse Eichwald, waar het op het eerste gezicht bravere jaartal 2009 doo...

Tussen overijverige loopjongens en hardvochtige dwingelanden...

Blauwwit en zwartwitrood Om ons heen ligt het vijandige leger, Talloos als zand aan zee. De Fransman, Rus en Brit, met hun kleine blaffers mee. En wij - in het heetst van de strijd wij houden vaandelwacht. Trouw tot aan de dood blauwwit en zwartwitrood. Miljoenen lopen storm, maar ze kunnen de toren niet neerhalen. Ze slepen helpers met zich mee Van de rode, gele zee. Toch is zij heerlijk en sterk, de bewaking van ons symbool. Trouw tot in den dood blauwwit en zwartwitrood. Een slecht gedicht? Bwah. Zo staan er wel meer in de bloemlezing 'Het lijf in slijk geplant. Gedichten uit de Eerste Wereldoorlog' van Geert Buelens . Naar patriottisme ruikend, met veel gevoel voor dramatiek geschreven, pathos. De meeste frontsoldaten wisten hun gevoel voor overdrijving des te meer te exalteren naarmate ze dichter bij het front kwamen. Nogal des mensen als je het mij vraagt. Zo'n echte frontsldaat was toentertijd ook Adolf Schicklgruber. Vier jaar hing de man, die vijftien jaar later d...

Tussen heilige maagden en amateur-motorcrossers...

De madonna spreekt Ik ben de moeder van de alchemist. Hij kan kiezel in een spiegel gooien en denken: 'het regent'. Of met roet tussen de tanden zitten klappertanden en denken, tot hij er lelijk van wordt. Hij slaapt op een brandstapel in en wat meer is hij laat zich met lepels en vorken bewerken, het varken. Wat doet hij nog? Hij laat zich koken als een kaktus, roder dan een kreeft en spuwt onschadelijke vlammen uit naar mij, zijn schadelijke moeder. Paul Snoek , uit: Gedichten 1954-1970

De Vlaamse De Slegte: is het nu vijftig of honderdvijftig (2)?

Net zoals uitgeslapen marktkramers met de microfoon om de hals dingen naar de aandacht van nieuwsgierige omstaanders om de unieke voordelen van hun eeuwig schoonhoudende tapijtreinigers en schoenpoetsmiddelen te slijten of net zoals hulpeloze vaders en moeders geen blijf weten met de toegeslagen verveling bij hun puistende salonkamerzetelhangende tieners, zo zijn er ook tal van ongelukkige boeken die ergens op hun baan richting lezer hopeloos verloren benen. En als dat gekende verhaaltje van slecht aan de man gebrachte boeken onvermurwbaar toehapt, treffen de slachtoffers, de verloren gelopen boeken, elkaar tussen de bakstenen muren van de gevierde, halve eeuwling terug. In één rij voor de deuren van hét Vlaamse boekenopvangantwoord ‘De Slegte’. De boekenasieltrip van de pas aangekomen boekengroentjes brengt hen eerst naar de kelder waar oudgediende schrifturen een hoop esoterische, filosofische en wereldreligieuze marktanalytische verkoopsopkikkers van tussen hun bladen spugen. Wat me...

Soldaten! Allen! Ontbloot Uw litteekenen op de marktpleinen.

Im Osten Den wilden Orgeln des Wintersturms Gleicht des Volkes finstrer Zorn, Die purpurne Woge der Schlacht, Entlaubter Sterne. Mit zerbrochnen Brauen, silbernen Armen Winkt sterbenden Soldaten die Nacht. Im Schatten der herbstlichen Esche Seufzen die Geister der Erschlagenen. Dornige Wildnis umgürtet die Stadt. Von blutenden Stufen jagt der Mond Die erschrockenen Frauen. Wilde Wölfe brachen durchs Tor. In de enorm gevarieerde, uitgebreide en wondermooie bloemlezing 'Het lijf in slijk geplant. Gedichten uit de Eerste Wereldoorlog' schrijft essayistisch prijsbeest én hoogleraar moderne Nedelandse letterkunde Geert Buelens in zijn inleidende woorden: "Honderd jaar geleden schreef men gedichten zoals wij vandaag columns: om gebeurtenissen vast te leggen en ze van commentaar te voorzien.(...) Deze gedichten doen verslag van de actualiteit, zoals een krant. Opvallend vaak hebben deze oorlogsbundels het volume van een roman; twee-, soms driehonderd bladzijden lang inventarise...

Wat de zaken betrof was het de laatste tijd een paar keer kantje boord geweest...

"Op een dinsdag in maart ging Heinrich bij Herleshausen-Wartha de grens over. Er is niemand die je zomaar gelooft wanneer je vertelt dat een man van dertig in het voorjaar van 1962 met alleen maar een rugzak vol ondergoed en een fles whisky de grens overgaat en niet aan vrouw en kinderen denkt en verklaart dat hij graag burger wil worden van de Duitse Democratische Republiek in het dertiende jaar van haar bestaan, en waarom dat zo is hoeft voorlopig niemand in alle details te weten." Er zijn zo van die momenten in een mensenleven waarop geen enkel nieuw begin meer mogelijk is. Als je bijvoorbeeld vrijwillig de grens oversteekt naar de DDR, op de vlucht voor schuldeisers, sluit je de eventuele kansen op een nieuwe start sowieso nagenoeg volledig uit. Zo'n hardnekkige buitensluiter is Heinrich Hampel, het hoofdpersonage uit het pas herdrukte vertaalde debuut van de veelbetekende romancier Michael Kumpfmüller . In Duitsland is de man een echte literaire ster. Met de pen op p...

Das Wunder von Leipzig: "Wir sind das Volk!"

"Ik ervoer wel dat het DDR-regime steeds meer in het defensief raakte en dat de partijleiding gedwongen werd om ons steeds meer manoeuvreerruimte toe te staan. Maar zelfs onze protesten verliepen gedisciplineerd. Wat deden de Polen? Ze staakten. Wat deden wij Oost-Duitsers? We werkten braaf tot 17.00 uur en tegen 18.00 uur gingen we in Leipzig demonstreren. De volgende dag togen we weer netjes naar het werk. Geen wonder dat de Polen nog altijd het gevoel hebben dat zij de kastanjes uit het vuur hebben gehaald en dat wij, Oost-Duitsers, met de val van de Berlijnse Muur de mediashow gestolen hebben." De Duitse schrijver Ingo Schulze , chroniqueur van de recente Duitse geschiedenis én geboren in de voormalige DDR, hekelt in een oud Knack-interview de wereldbefaamde discipline bij Duitsers die zelfs in tijden van revolutionaire regen heel braafjes en doodgewoon, met kaarsen in de handen, door de straten van Leipzig kuierden. Een ietwat overdreven boutade vond ook mijn Oost-Duitse...

Meester Van Zoeten moet zo nodig...

Meester Van Zoeten waste zijn voeten zaterdags in het aquarium. Onder het poedelen zat hij te joedelen 't liedje van hum-tiedelum-tiedelum! Dit kinderversje van dé Zaltbommelse jeugdboekenschrijfster Annie M.G. Schmidt krijgt wel een heel bijzondere bijklank als je het half luidop voor je uit zit te lezen op de bovenste verdieping van zo'n Hamburg City Tours-toeristenbus die veel te brutaal de Reeperbahn indraait. En als je weet dat 'pullern' de Duitse variant is van ons Nederlandse 'pissen'...   

Na enkele uren autoreis, land je aan als op een andere planeet.

"Je neemt een trein, en dan een boot, en, na slechts enkele uren zeereis, land je aan als op een andere planeet. Alles is er anders: de mensen, de dieren, de huizen, het landschap, het ganse leven: àlles! Sommige dingen lijken er beter, andere zijn er beslist veel slechter dan op onze planeet. De mensen zijn er beleefd, beschaafd, meestal knap van uiterlijk en bewegen er zich ordelijk en rustig. (...) Ze zijn allen zéér correct, benauwend correct, zo akelig correct dat men, van onze planeet op de hunne komend, voelt dat men daar uit den toon valt en toch ook wel eventjes gelukkig is een beetje uit den toon te vallen en niet zo griezelig correct te zijn. (...) Vreemd, o, zo vreemd, die andere planeet, zo heel dicht bij de onze en toch zo totaal van de onze verschillend!"(*) Geen wild zee-overgesteek voor mij en ook geen gedoe met ellenlange treinritten. Gewoon, vanaf morgen: tuf-tuf-tuf, acht uur met de wagen in oostelijke richting. Naar dat grote, groene land... het land van ...