Ces nets éveils dans les matins! - Des mantelets, Des bonnets blancs et des sarraus, par troupelets, Gagnaient le bourg et son clocher couleur de craie. Dat plots ontwaken in de vroegte! - Vrouwenmantels, Witte mutsjes en boerenkielen, steeds in groepjes, Bereikten de dorpskom en de kerktoren, wit als krijt. Uit het gedicht 'Zondagmorgen' (1883) van de immer aan Sint-Amands gelinkte dichter Emile Verhaeren is dit de derde strofe. Honderdachtentwintig jaar later schiet er, behalve een brutale Scheldeknik en een doorheen de tijd door de natuurelementen fel aangetaste Sint-Amanduskerk, van al die beweging niet veel meer over. Enkel de groepjes en het vroege ontwaken zijn, in bepaalde middens dan, gebleven. Die vrouwenmantels en boerenkielen en al dat krijtwit, ondertussen vervangen door bonte kleurenstoeten van spannende wielerplunjes rond overbodig, bruggepensioneerd vlees. Met daar dan onderaan goed afgestelde klikpedalen. Voorbij de dorpskom en de kerktoren, op zoek naar wat v...